虱子和跳蚤


Luisje en Vlootje


一只虱子和一只跳蚤合住一室。 有一天,它们在鸡蛋壳里酿啤酒,虱子一不小心掉了进去,被烫伤了。 小跳蚤于是大呼小叫起来。 小房门问它:"小跳蚤,你干嘛尖叫呀?""虱子被烫伤了。"
小房门于是"吱吱嘎嘎"响了起来。 角落里的扫把听到了,问:"小房门,你为什么叫呀?""我难道不该叫吗?小虱子烫伤了自己,小跳蚤在伤心地哭泣。"
小扫把听了便疯狂地扫起地来。 一辆小拖车路过时问:"你干嘛扫地呀,小扫把?""我难道不该扫吗?小虱子烫伤了自己,小跳蚤在伤心地哭泣。小房门在一个劲地嘎吱嘎吱。"
小拖车听了于是说:"那我就跑起来吧。"说着便疯了似地狂奔。 经过一堆余烬时,余烬问:"你怎么跑得这么急呀,小拖车?""我难道不该跑吗?小虱子烫伤了自己,小跳蚤在伤心地哭泣,小房门在拼命地嘎吱嘎吱 ,小扫把在一个劲地扫地。 "
余烬于是说:"那就让我熊熊燃烧起来吧。"说着就燃起了火焰。 它旁边的一棵小树问它:"你怎么又烧起来了?""我难道不应该燃烧吗?小虱子烫伤了自己,小跳蚤在伤心地哭泣,小房门在拼命地嘎吱嘎吱,小扫把在一个劲地扫地,小拖车也在奔跑不息。"
小树于是说:"我看我该摇晃自己才是。"说着就不停地摇晃起来,把树叶抖落得满地都是。 一个拎着水罐的小姑娘走了过来,看到小树便问:"小树呀,你干嘛这么甩自己呀?""我难道不应该甩吗?小虱子烫伤了自己,小跳蚤在伤心地哭泣,小房门在拼命地嘎吱嘎吱,小扫把在一个劲地扫地,小拖车在奔跑不息,连余烬也重新燃起了自己。"
小姑娘一听,说:"那我也该摔碎这水罐。"说着就将水罐摔了个粉碎。 冒水的泉眼问:"姑娘,你为啥摔破水罐呢?""我难道不应该摔吗?小虱子烫伤了自己,小跳蚤在伤心地哭泣,小房门在拼命地嘎吱嘎吱 ,小扫把在一个劲地扫地,小拖车也奔跑不息,小树也在不住地摇曳。 "
"哦,哦!"泉眼说,"那我就该使劲流才是。"于是开始一个劲地流淌。 于是一切都被水淹没了:小姑娘,小树,余烬,小拖车,扫把,小房门,小跳蚤和小虱子,全淹没了。
Er waren eens een luisje en een vlootje. Ze hadden samen een huishoudinkje opgezet en brouwden bier in een eierschaal. Toen het bier kookte in de dop, viel het luisje er in en verbrandde. Daar begon het vlootje luid te schreien. En het kamerdeurtje zei: "Maar vlootje, waarom huil je zo?" – "Omdat 't luisje verbrand is!"
Toen ging het deurtje piepen. Het bezempje dat in de hoek stond, zei: "Waarom piep je zo, deurtje?" – "Zou ik niet piepen?
Luisje is verbrand,
Vlootje schreit!"
Opeens begon het bezempje verschrikkelijk hard te vegen. Daar kwam een wagentje aan en zei: "Waarom veeg je zo, bezempje?" – "Zou ik niet vegen?
Luisje is verbrand,
Vlootje schreit,
Deurtje krijt!"
Toen zei het wagentje: "Dan ga ik heel hard rijden," en het begon heel hard te rijden over de weg. Toen zei een keuteltje dat op de weg lag, waar het wagentje langs reed: "Wat rijd jij hard, wagentje?" – "Zou ik niet jagen?
Luisje is verbrand,
Vlootje schreit,
Deurtje krijt,
Bezempje vaagt,
Wagentje jaagt."
En toen zei het keuteltje: "Dan zal ik heel hard verbranden," en het begon met een helle vlam te branden. Er stond een boompje naast de weg waar het keuteltje lag, dat zei: "Keuteltje, waarom brand je?" – "Zou ik niet branden?
Luisje is verbrand,
Vlootje schreit,
Deurtje krijt,
Bezempje vaagt,
Wagentje jaagt,
Keuteltje vlamt."
Toen zei het boompje: "Dan ga ik me schudden," en 't begon zich zo te schudden, dat alle blaadjes afvielen. Dat zag een meisje, dat aankwam met een waterkruikje, en zij riep: "Boompje, wat schud je je?" – "Zou ik mij niet schudden?
Luisje is verbrand,
Vlootje schreit,
Deurtje krijt,
Bezempje vaagt,
Wagentje jaagt,
Keuteltje vlamt,
Dat het verbrandt!"
En toen zei het meisje: "Dan gooi ik het waterkruikje stuk," en brak het waterkruikje. Toen zei het bronnetje, waar het water uit welde: "Meisje, waarom breek je het waterkruikje?" – "Zou ik het waterkruikje niet breken?
Luisje is verbrand,
Vlootje schreit,
Deurtje krijt,
Bezempje vaagt,
Wagentje jaagt,
Keuteltje vlamt,
Dat het verbrandt,
En het boompje gaat aan 't schudden."
"Zo," zei het bronnetje, "en ga ik heel hard stromen," en het begon verschrikkelijk hard te stromen. En in het water is tenslotte alles weggespoeld, het meisje, het boompje, het keuteltje, het wagentje, het bezempje, het deurtje, het vlootje, alles en alles!