La volpe e le oche


De vos en de ganzen


Un giorno una volpe capitò in un prato dove si trovava un branco di oche belle grasse, e ridendo disse: "Arrivo proprio a proposito: ve ne state qui tutte insieme, così posso divorarvi una dopo l'altra." Le oche si misero a starnazzare, saltarono su e incominciarono a lamentarsi e a chiedere grazia. Ma la volpe disse: "Nessuna pietà, dovete morire." Finalmente una delle oche si fece coraggio e disse: "Se dobbiamo proprio perdere la nostra giovane vita, concedici almeno una grazia: permettici di dire una preghiera, perché‚ non moriamo nel peccato; poi ci metteremo in fila perché‚ tu possa sceglierti via via la più grassa." – "Sì," rispose la volpe, "è ben poca cosa ed è un desiderio pio: pregate, io aspetterò." Allora la prima incominciò una preghiera ben lunga: "Qua, qua!" E siccome non la voleva smettere, la seconda non aspettò il suo turno, e anche lei incominciò: "Qua, qua!"
(Quando tutte avranno finito di pregare, continueremo la storia, ma, per adesso, pregano ancora.)
Op een keer kwam de vos op een weiland, waar een troep mooie, vette ganzen zat; hij lachte en zei: "Ik kom als geroepen, jullie zitten allemaal zó netjes bij elkaar dat ik de één na de ander kan oppeuzelen." De ganzen snaterden van schrik, sprongen op en begonnen te jammeren en klagelijk om hun leven te smeken. Maar daar wou de vos niets van horen en hij zei: "Geen genade, jullie moeten allemaal dood."
Tenslotte vatte één van hen moed en zei: "Als wij arme ganzen ons heerlijk jonge leven dan toch moeten verliezen, bewijs ons dan één enkele gunst en veroorloof ons nog één gebed, zodat we niet in zonde sterven; daarna zullen we dan op een rij gaan staan en kun je steeds de vetste uitzoeken."
"Goed," zei de vos, "dat is redelijk en het is een vrome wens; ga maar bidden, ik wacht wel zolang." Dus begon de eerste een heel lang gebed, altijd maar 'gak, gak, gak' en omdat die gans maar niet ophield, wachtte de tweede niet tot het haar beurt was, maar ze begon ook van 'gak, gak, gak' De derde en de vierde volgden toen en weldra gakten ze allemaal in koor.
(En als ze klaar zijn met bidden, vertel ik het sprookje verder, maar voorlopig bidden zij nog steeds.)