Hans mijn Egel


Hans my hedgehog


Er was eens een boer die geld en goed in overvloed had maar hoe rijk hij ook was, toch ontbrak er iets aan zijn geluk: zijn vrouw en hij hadden geen kinderen. Dikwijls, als hij met de andere boeren naar de stad ging, bespotten zij hem en vroegen waarom hij geen kinderen had. Tenslotte werd hij heel boos en thuisgekomen sprak hij: "Ik wil een kind hebben, al was het een egel!" Toen kreeg zijn vrouw een kind dat van boven een egel was en van onderen een jongen en toen zij het kind zag schrok ze en zei: "Zie je, je hebt een vloek over ons uitgesproken." Toen sprak de man: "Er is niets aan te doen, gedoopt moet hij worden, maar wij kunnen er geen peet bij halen." De vrouw sprak: "En wij kunnen hem ook niet anders dopen dan "Hans mijn Egel."" Toen hij gedoopt was zei de pastoor: "Hij kan vanwege zijn stekels niet in een gewoon bed liggen." Toen werd achter de kachel wat stro in orde gemaakt en Hans mijn Egel werd daarop gelegd. Hij kon ook niet bij zijn moeder drinken want hij zou haar met zijn stekels gestoken hebben. Zo lag hij daar acht jaren lang achter de kachel en zijn vader kreeg meer dan genoeg van hem en dacht: stierf hij maar, maar hij stierf niet doch bleef daar liggen. Nu gebeurde het dat er markt in de stad was en de boer wilde ernaar toe gaan en hij vroeg aan zijn vrouw wat hij voor haar zou meebrengen. "Een beetje vlees en een paar broodjes voor het huishouden," zei zij. Daarop vroeg hij het aan de meid en die wilde een paar pantoffels en kousen met ingebreide hielen hebben. En tenslotte vroeg hij: "Hans mijn Egel, wat wil jij dan wel hebben?" - "Vadertje," zei hij, "breng alsjeblieft een doedelzak voor mij mee." Toen nu de boer weer thuiskwam gaf hij zijn vrouw wat hij voor haar had gekocht: vlees en broodjes, daarop gaf hij de meid de pantoffels en de kousen en tenslotte liep hij naar de kachel en gaf Hans mijn Egel de doedelzak. En toen Hans mijn Egel de doedelzak had, zei hij: "Vadertje, ga alsjeblieft naar de smid en laat de haan voor mij beslaan, dan zal ik daarna wegrijden en nooit meer terugkomen." De vader was blij hem kwijt te raken en liet de haan beslaan en toen het klaar was ging Hans mijn Egel erop zitten en reed weg en verder nam hij ook varkens en ezels mee die hij buiten in het bos wilde hoeden. In het bos echter moest de haan met hem in een hoge boom vliegen en daar bleef hij zitten en hoedde zijn ezels en zijn varkens en hij zat daar vele jaren totdat de kudde heel groot was geworden, maar zijn vader wist niets van hem af. En terwijl hij in die boom zat blies hij op zijn doedelzak en maakte heel mooie muziek. Eens kwam er een koning voorbijrijden die verdwaald was en hij hoorde de muziek. Hij verbaasde zich daarover en zond zijn bediende erop uit om te kijken waar die muziek vandaan kwam. Deze keek om zich heen maar zag niets anders dan een klein dier dat boven in de boom zat en dat op een haan leek - en op die haan zat een egel die muziek maakte. Toen sprak de koning tot de bediende, dat hij de egel moest gaan vragen waarom hij daar zat en of hij de weg naar zijn koninkrijk misschien wist. Toen klom Hans mijn Egel uit de boom en zei, dat hij hem de weg zou wijzen als de koning hem schriftelijk datgene beloofde wat hem aan het koninklijk hof het eerst tegemoet trad zodra hij thuiskwam. Toen dacht de koning: dat kan ik gemakkelijk doen, Hans mijn Egel begrijpt het toch niet en ik kan schrijven wat ik wil. Daarop nam de koning pen en inkt en schreef iets op en toen dat gebeurd was, wees Hans mijn Egel hem de weg en de koning kwam behouden thuis. Zijn dochter echter was zo blij toen zij hem van verre zag, dat zij hem tegemoet liep en hem kuste. Toen herinnerde hij zich Hans mijn Egel en hij vertelde aan zijn dochter hoe het hem was vergaan en dat hij een wonderlijk dier schriftelijk had moeten beloven te geven wat hem thuis het eerst tegemoet zou komen en dat dier had op een haan gezeten als op een paard en het had mooie muziek gemaakt. Hij had echter geschreven dat hij dat juist niet zou krijgen, want Hans mijn Egel kon immers toch niet lezen. Daar was de prinses blij om en zij zei, dat was maar goed ook, want zij zou er toch nooit heen gegaan zijn.
There was once a countryman who had money and land in plenty, but how rich soever he was, one thing was still wanting in his happiness he had no children. Often when he went into the town with the other peasants they mocked him and asked why he had no children. At last he became angry, and when he got home he said, "I will have a child, even if it be a hedgehog." Then his wife had a child, that was a hedgehog in the upper part of his body, and a boy in the lower, and when she saw the child, she was terrified, and said, "See, there thou hast brought ill-luck on us." Then said the man, "What can be done now? The boy must be christened, but we shall not be able to get a godfather for him." The woman said, "And we cannot call him anything else but Hans-my-Hedgehog." When he was christened, the parson said, "He cannot go into any ordinary bed because of his spikes." So a little straw was put behind the stove, and Hans-my-Hedgehog was laid on it. His mother could not suckle him, for he would have pricked her with his quills. So he lay there behind the stove for eight years, and his father was tired of him and thought, "If he would but die!" He did not die, however, but remained lying there. Now it happened that there was a fair in the town, and the peasant was about to go to it, and asked his wife what he should bring back with him for her. "A little meat and a couple of white rolls which are wanted for the house," said she. Then he asked the servant, and she wanted a pair of slippers and some stockings with clocks. At last he said also, "And what wilt thou have, Hans my Hedgehog?" - "Dear father," he said, "do bring me bagpipes." When, therefore, the father came home again, he gave his wife what he had bought for her; meat and white rolls, and then he gave the maid the slippers, and the stockings with clocks; and, lastly, he went behind the stove, and gave Hans-my-Hedgehog the bagpipes. And when Hans-my-Hedgehog had the bagpipes, he said, "Dear father, do go to the forge and get the cock shod, and then I will ride away, and never come back again." On this, the father was delighted to think that he was going to get rid of him, and had the cock shod for him, and when it was done, Hans-my-Hedgehog got on it, and rode away, but took swine and asses with him which he intended to keep in the forest. When they got there he made the cock fly on to a high tree with him, and there he sat for many a long year, and watched his asses and swine until the herd was quite large, and his father knew nothing about him. While he was sitting in the tree, however, he played his bagpipes, and made music which was very beautiful. Once a King came travelling by who had lost his way and heard the music. He was astonished at it, and sent his servant forth to look all round and see from whence this music came. He spied about, but saw nothing but a little animal sitting up aloft on the tree, which looked like a cock with a hedgehog on it which made this music. Then the King told the servant he was to ask why he sat there, and if he knew the road which led to his kingdom. So Hans-my-Hedgehog descended from the tree, and said he would show the way if the King would write a bond and promise him whatever he first met in the royal courtyard as soon as he arrived at home. Then the King thought, "I can easily do that, Hans-my-Hedgehog understands nothing, and I can write what I like." So the King took pen and ink and wrote something, and when he had done it, Hans-my-Hedgehog showed him the way, and he got safely home. But his daughter, when she saw him from afar, was so overjoyed that she ran to meet him, and kissed him. Then he remembered Hans-my-Hedgehog, and told her what had happened, and that he had been forced to promise whatsoever first met him when he got home, to a very strange animal which sat on a cock as if it were a horse, and made beautiful music, but that instead of writing that he should have what he wanted, he had written that he should not have it. Thereupon the princess was glad, and said he had done well, for she never would have gone away with the Hedgehog.

Intussen hoedde Hans mijn Egel de ezels en de varkens, hij was altijd vrolijk en zat in de boom op zijn doedelzak te blazen. Nu gebeurde het dat er een andere koning kwam aanrijden met zijn bedienden en zijn lopers. Hij was verdwaald en wist niet hoe hij thuis moest komen omdat het bos zo groot was. Toen hoorde ook hij die mooie muziek in de verte en hij vroeg aan een van zijn lopers wat dat wel was, hij moest maar eens gaan kijken. Toen ging de loper naar de boom toe en zag de haan zitten met Hans mijn Egel er bovenop. De loper vroeg hem wat hij daarboven deed. "Ik hoed mijn ezels en mijn varkens, maar waarmee kan ik u van dienst zijn?" De loper zei dat zij verdwaald waren en niet meer naar het koninkrijk toe konden komen en of hij hun de weg niet kon wijzen. Toen klom Hans mijn Egel met de haan uit de boom en zei tegen de oude koning dat hij hem de weg zou wijzen als de koning hem datgene als zijn eigendom wilde geven wat hem voor zijn koninklijk slot het eerst tegemoet zou treden. De koning zei ja en bevestigde Hans mijn Egel schriftelijk dat hij dat zou krijgen. Toen dat gebeurd was reed Hans mijn Egel op zijn haan voor de koning uit en wees hem de weg en de koning kwam behouden weer in het rijk. Toen hij op de binnenplaats van het slot aankwam heerste er grote vreugde over zijn thuiskomst. Nu had hij één dochter die heel mooi was en zij liep hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem en was verheugd dat haar oude vader weer terug was. Zij vroeg hem ook waar hij zo lang in de wereld geweest was en hij vertelde haar dat hij verdwaald was en bijna helemaal niet meer was teruggekomen; toen hij echter door een groot bos was gereden had iemand, half egel, half mens, die schrijlings op een haan in een hoge boom zat en mooie muziek maakte, hem geholpen en hem de weg gewezen. Hij had hem daar echter datgene voor moeten beloven wat hem op de koninklijke hof het eerst tegemoetkwam en dat was zij geweest en dat deed hem nu zo'n verdriet. Zij echter beloofde hem dat zij terwille van haar oude vader gaarne mee zou gaan als hij kwam.
Hans-my-Hedgehog, however, looked after his asses and pigs, and was always merry and sat on the tree and played his bagpipes. Now it came to pass that another King came journeying by with his attendants and runners, and he also had lost his way, and did not know how to get home again because the forest was so large. He likewise heard the beautiful music from a distance, and asked his runner what that could be, and told him to go and see. Then the runner went under the tree, and saw the cock sitting at the top of it, and Hans-my-Hedgehog on the cock. The runner asked him what he was about up there? "I am keeping my asses and my pigs; but what is your desire?" The messenger said that they had lost their way, and could not get back into their own kingdom, and asked if he would not show them the way. Then Hans-my-Hedgehog got down the tree with the cock, and told the aged King that he would show him the way, if he would give him for his own whatsoever first met him in front of his royal palace. The King said, "Yes," and wrote a promise to Hans-my-Hedgehog that he should have this. That done, Hans rode on before him on the cock, and pointed out the way, and the King reached his kingdom again in safety. When he got to the courtyard, there were great rejoicings. Now he had an only daughter who was very beautiful; she ran to meet him, threw her arms round his neck, and was delighted to have her old father back again. She asked him where in the world he had been so long. So he told her how he had lost his way, and had very nearly not come back at all, but that as he was travelling through a great forest, a creature, half hedgehog, half man, who was sitting astride a cock in a high tree, and making music, had shown him the way and helped him to get out, but that in return he had promised him whatsoever first met him in the royal court-yard, and how that was she herself, which made him unhappy now. But on this she promised that, for love of her father, she would willingly go with this Hans if he came.

Hans mijn Egel echter hoedde zijn varkens en die varkens kregen weer varkens en het werden er zoveel dat het hele bos er vol van was. Toen wilde Hans mijn Egel niet langer in het bos wonen en hij liet zijn vader weten dat ze alle stallen in het dorp moesten ontruimen want hij kwam met zó'n grote kudde aanzetten dat iedereen kon slachten die maar slachten wilde. Maar zijn vader was bedroefd toen hij dat hoorde, want hij dacht dat Hans mijn Egel allang was gestorven. Hans mijn Egel echter ging op zijn haan zitten, dreef de varkens voor zich uit het dorp in en liet ze slachten; oei, dat was me een slachting en een gehak, dat je het twee uren ver kon horen. Daarna zei Hans mijn Egel: "Vadertje, laat mijn haan nog eenmaal door de smid beslaan, dan rijd ik weg en kom van mijn levensdagen niet meer terug." Toen liet de vader de haan beslaan en was blij dat Hans mijn Egel niet meer terug zou komen.
Hans-my-Hedgehog, however, took care of his pigs, and the pigs multiplied until they became so many in number that the whole forest was filled with them. Then Hans-my-Hedgehog resolved not to live in the forest any longer, and sent word to his father to have every stye in the village emptied, for he was coming with such a great herd that all might kill who wished to do so. When his father heard that, he was troubled, for he thought Hans-my-Hedgehog had died long ago. Hans-my-Hedgehog, however, seated himself on the cock, and drove the pigs before him into the village, and ordered the slaughter to begin. Ha! but there was a killing and a chopping that might have been heard two miles off! After this Hans-my-Hedgehog said, "Father, let me have the cock shod once more at the forge, and then I will ride away and never come back as long as I live." Then the father had the cock shod once more, and was pleased that Hans-my-Hedgehog would never return again.

Hans mijn Egel reed naar het eerste koninkrijk. Daar had de koning bevolen dat als er iemand op een haan kwam aanrijden en een doedelzak bij zich had, dan moesten zij op hem schieten, hem neerhouwen en hem steken, opdat hij niet het slot in kwam. Toen nu Hans mijn Egel kwam aanrijden, kwamen zij met bajonetten op hem af, maar hij gaf zijn haan de sporen en vloog naar boven over de poort heen tot voor het venster van de koning. Daar streek hij neer en riep de koning toe, dat hij hem moest geven wat hij hem had beloofd, anders zou hij hem en zijn dochter van het leven beroven. Toen overreedde de koning zijn dochter met zachte woorden om naar hem toe te gaan, opdat zij haar vader en zichzelf het leven zou redden. Toen kleedde zij zich in het wit en haar vader gaf haar een koets met zes paarden en prachtige bedienden en geld en goed. Zij ging in de koets zitten en Hans mijn Egel ging met zijn haan en zijn doedelzak naast haar zitten. Daarna namen zij afscheid en reden weg en de koning dacht dat hij haar nooit meer zou zien. Maar het liep anders dan hij gedacht had, want toen zij een eind buiten de stad waren, trok Hans mijn Egel haar haar mooie kleren uit en stak haar met de stekels van zijn egelvel tot zij helemaal bebloed was en toen zei hij: "Dat is het loon voor jullie valsheid, ga weg, ik wil jou niet!" en daarmee joeg hij haar naar huis en zij was voor haar leven met schande overladen.
Hans-my-Hedgehog rode away to the first kingdom. There the King had commanded that whosoever came mounted on a cock and had bagpipes with him should be shot at, cut down, or stabbed by everyone, so that he might not enter the palace. When, therefore, Hans-my-Hedgehog came riding thither, they all pressed forward against him with their pikes, but he spurred the cock and it flew up over the gate in front of the King's window and lighted there, and Hans cried that the King must give him what he had promised, or he would take both his life and his daughter's. Then the King began to speak his daughter fair, and to beg her to go away with Hans in order to save her own life and her father's. So she dressed herself in white, and her father gave her a carriage with six horses and magnificent attendants together with gold and possessions. She seated herself in the carriage, and placed Hans-my-Hedgehog beside her with the cock and the bagpipes, and then they took leave and drove away, and the King thought he should never see her again. He was however, deceived in his expectation, for when they were at a short distance from the town, Hans-my-Hedgehog took her pretty clothes off, and pierced her with his hedgehog's skin until she bled all over. "That is the reward of your falseness," said he. "go your way, I will not have you!" and on that he chased her home again, and she was disgraced for the rest of her life.

Maar gezeten op zijn haan, reed Hans mijn Egel met zijn doedelzak verder naar het tweede koninkrijk; aan die koning had hij ook de weg gewezen. Deze echter had bevolen dat als er zo iemand als Hans mijn Egel kwam, dan moesten zij het geweer presenteren, hem naar binnen leiden, lang-zal-hij-leven roepen en hem naar het koninklijk slot brengen. Toen nu de koningsdochter hem zag schrok zij, omdat hij er zo wonderlijk uitzag, maar zij dacht: het is nu eenmaal niet anders, ik heb het mijn vader beloofd. Toen werd Hans mijn Egel door haar verwelkomd en zij trouwde met hem en hij moest mee naar de koninklijke dis en zij ging naast hem zitten en zij aten en dronken. Toen nu de avond viel en zij wilden gaan slapen was zij erg bang voor zijn stekels; hij echter sprak tot haar dat zij niet bang behoefde te zijn, er zou haar niets overkomen en hij zei tegen de oude koning dat hij vier mannen moest laten komen die voor de kamerdeur moesten waken en een groot vuur moesten aanmaken en als hij de kamer in ging om naar bed te gaan, zou hij uit zijn egelhuid kruipen en die voor het bed laten liggen - dan moesten die mannen snel toespringen en de huid in het vuur werpen en erbij blijven tot de huid door het vuur was verteerd. Toen de klok elf uur sloeg, ging hij de kamer binnen, stroopte de egelhuid af en liet die voor het bed liggen. Toen kwamen de mannen, zij gristen de huid weg en wierpen hem in het vuur; en toen het" vuur de huid verteerd had was hij verlost en lag in bed als een volledig mens maar hij was roetzwart alsof hij was verbrand. De koning liet zijn lijfarts komen die hem met helende zalven inwreef en behandelde; toen werd hij blank en was een schone jongeman. Toen de koningsdochter dat zag was zij blij en de volgende morgen stonden zij vol vreugde op, aten en dronken en toen werd de bruiloft pas goed gevierd en Hans mijn Egel kreeg het koninkrijk van de oude koning.
Hans-my-Hedgehog, however, rode on further on the cock, with his bagpipes, to the dominions of the second King to whom he had shown the way. This one, however, had arranged that if any one resembling Hans-my-Hedgehog should come, they were to present arms, give him safe conduct, cry long life to him, and lead him to the royal palace. But when the King's daughter saw him she was terrified, for he looked quite too strange. She remembered however, that she could not change her mind, for she had given her promise to her father. So Hans-my-Hedgehog was welcomed by her, and married to her, and had to go with her to the royal table, and she seated herself by his side, and they ate and drank. When the evening came and they wanted to go to sleep, she was afraid of his quills, but he told her she was not to fear, for no harm would befall her, and he told the old King that he was to appoint four men to watch by the door of the chamber, and light a great fire, and when he entered the room and was about to get into bed, he would creep out of his hedgehog's skin and leave it lying there by the bedside, and that the men were to run nimbly to it, throw it in the fire, and stay by it until it was consumed. When the clock struck eleven, he went into the chamber, stripped off the hedgehog's skin, and left it lying by the bed. Then came the men and fetched it swiftly, and threw it in the fire; and when the fire had consumed it, he was delivered, and lay there in bed in human form, but he was coal-black as if he had been burnt. The King sent for his physician who washed him with precious salves, and anointed him, and he became white, and was a handsome young man. When the King's daughter saw that she was glad, and the next morning they arose joyfully, ate and drank, and then the marriage was properly solemnized, and Hans-my-Hedgehog received the kingdom from the aged King.

Toen er enige jaren verstreken waren, reed hij met zijn gemalin naar zijn vader en zei dat hij zijn zoon was; de vader echter zei dat hij geen zoon had, hij had er maar één gehad en die was als egel met stekels geboren en was de wijde wereld ingetrokken. Toen maakte Hans mijn Egel zich bekend en zijn oude vader verheugde zich en ging met hem mee naar zijn koninkrijk.
When several years had passed he went with his wife to his father, and said that he was his son. The father, however, declared he had no son he had never had but one, and he had been born like a hedgehog with spikes, and had gone forth into the world. Then Hans made himself known, and the old father rejoiced and went with him to his kingdom.