Raadselsprookje


Rätselmärchen


Drie vrouwen waren in bloemen omgetoverd. Ze stonden buiten op het land, maar één van hen mocht 's nachts thuis zijn. En die zei eens tegen haar man, toen de dag weer aanbrak en ze weer naar 't land moest naar haar makkers om een bloem te worden: "Als je me vanmorgen komt plukken, dan ben ik verlost en kan voortaan bij je blijven." En zo gebeurde het. Maar nu is de vraag: hoe heeft de man haar herkend, want alle drie de bloemen waren volkomen gelijk en er was geen enkel onderscheid tussen?
Drei Frauen waren in Blumen verwandelt, die auf dem Felde standen, doch deren eine durfte des Nachts in ihrem Hause sein. Da sprach sie auf eine Zeit zu ihrem Mann, als sich der Tag nahte und sie wiederum zu ihren Gespielen auf das Feld gehen und eine Blume werden mußte: "Wenn du heute vormittag kommst und mich abbrichst, werde ich erlöst und für immer bei dir bleiben," was dann auch geschah. Nun ist die Frage, wie sie ihr Mann erkannt habe, da die Blumen ganz gleich und ohne Unterschied waren?

Het antwoord is: "Omdat ze 's nachts in haar huis geweest was en niet buiten, was er geen dauw op haar gevallen, zoals op de andere twee. En daar heeft haar man haar aan herkend."
Antwort: "Dieweil sie die Nacht in ihrem Haus und nicht auf dem Feld war, fiel der Tau nicht auf sie wie auf die andern zwei, wobei sie der Mann erkannte."