Roerdomp en hop


Il trombotto e l'upupa


"Waar weidt u de kudde het liefst?" vroeg iemand aan een oude herder. "Hier, Heer, waar het gras niet te vet is en niet te mager, anders is het niets gedaan." - "Waarom niet?" vroeg de man weer. "Hoor je daar in de verte niet die doffe roep?" antwoordde de herder, "dat is de roerdomp. Die is vroeger ook een herder geweest. En de vogel hop, die was ook een herder. Dat zal ik eens vertellen:
De roerdomp hoedde z'n kudde op een heel vette, groene wei, en daar stond een overvloed van bloemen, en daar werden de koeien overmoedig van en wild. Maar de hop, die was ook 'n herder en die dreef z'n vee naar hoge, kale bergen, waar de wind blaast in het zand, en de koeien werden mager en kwamen maar niet op krachten. Als het avond werd en de herders naar huis gingen, kon de roerdomp de koeien niet bij elkaar krijgen, want ze waren vol overmoed en sprongen de verkeerde kant op. Hij riep: "bonte, keeromme!" maar vergeefs, ze luisterden niet naar zijn roep. Maar de hop kon z'n vee niet op de been brengen, zo zwak en moe waren ze. "Op! op! op!" schreeuwde hij, maar het gaf niets, ze bleven maar liggen in het zand. Zo gaat het als je geen maat houdt. En nu nog, nu ze geen kudden meer hoeden, schreeuwt de roerdomp: "Bonte, keeromme!" en de hop roept: "Op! op! op!"
"Dove preferite pascolare la vostra mandria?," chiese un tale ad un bovaro. "Qui, signore, dove l'erba non è né troppo grassa né troppo magra, altrimenti non fa bene." - "Perché?," chiese il signore. "Sentite quel grido roco che viene dal prato?," rispose il pastore, "è il trombotto. Una volta era un pastore, così pure l'upupa. Voglio raccontarvi la loro storia." Il trombotto custodiva la sua mandria in prati verdi e grassi dove c'erano fiori in quantità, e perciò le sue mucche erano forti e selvagge! Invece l'upupa portava il bestiame su montagne alte e brulle, dove il vento gioca con la sabbia, e le sue mucche diventavano magre e non s'irrobustivano. La sera, quando i pastori tornavano a casa, il trombotto non poteva raccogliere le sue mucche, perché parevano matte e gli scappavano via. Egli gridava: "Oh vacca rossa, Oh." Ma invano. Nessuna dava retta al suo grido. L'upupa invece non riusciva a far alzare le sue bestie, tanto erano fiacche e sfinite. "Uh, Uh," gridava, ma inutilmente. Quelle se ne stavano sdraiate sulla sabbia. Così accade se non si ha misura. Ancora oggi, che non custodiscono più mucche, il trombotto grida "Oh, Oh," e l'upupa "Uh, Uh."