De gouden sleutel


La chiave d'oro


Het gebeurde in de winter, en er lag een dikke sneeuwlaag. Een arme jongen moest hout halen op een slee. Toen hij het bij elkaar had gezocht en opgeladen had, wilde hij, omdat hij steenkoud was geworden, niet dadelijk naar huis gaan, maar eerst een vuurtje aanmaken om zich te warmen. Hij veegde de sneeuw weg, en toen hij een plek grond tot op de aarde schoon had, vond hij een klein, gouden sleuteltje. Nu dacht hij, waar de sleutel was moest ook het sleutelgat zijn, en hij groef nog verder in de grond en daar vond hij een ijzeren kistje. Als die sleutel nu maar past! dacht hij, er zitten vast kostbare dingen in dat kistje. Hij zocht, maar een sleutelgat vond hij niet, eindelijk ontdekte hij het, maar dat was zo klein, dat je het ternauwernood kon zien. Hij paste en het sleuteltje kon er precies in. Toen draaide hij het een keer om, en nu moeten we wachten tot hij het helemaal ontsloten heeft en het deksel heeft opengedaan, en dan zullen we horen, wat voor wonderlijke dingen er in dat kistje lagen!
Un giorno d'inverno, mentre una spessa coltre di neve copriva la terra, un povero ragazzo fu mandato a cercare della legna. Dopo averla raccolta, siccome sentiva molto freddo, prima di rincasare decise di accendere un fuoco per scaldarsi un po'. Sul terreno, dove la neve si era sciolta, vide una chiave d'oro. Ritenendo che dove c'è una chiave non possa non esserci anche una serratura, scavò e scavò finché trovò una piccola scatola di ferro. "Se con questa chiave riesco ad aprirla," pensò, "di sicuro dentro troverò qualcosa di grande valore." Così si mise a cercare il buco della serratura, ma riusciva a trovarlo. Alla fine lo vide, ma era così piccolo che lo si poteva appena vedere. Provò la chiave e questa entrò perfettamente. La girò una volta e... adesso dobbiamo aspettare che sollevi il coperchio per sapere quali grandi meraviglie la scatola contiene.



Traduzione Gian Carlo Macchi, © Gian Carlo Macchi