Hazekebruid


子ウサギのおよめさん


Er was eens een vrouw met 'n dochter, in 'n mooie tuin vol kool. Kwam een haasje an en at in de winter alle kool op. Zei de vrouw tegen de dochter: "Ga in de tuin en jaag me dat haasje." Zei 't meiske tegen 't haasje: "Koesj, koesj! haasje, je eet de kool op!" Zei 't haasje: "Kom, meiske, zet je op mijn hazenstaartje en kom naar mijn hazenhutje." Meiske zei nee.
昔、キャベツを植えているきれいな庭に住む母親と娘がいました。そして小さなウサギがそこに入り、冬にはキャベツを全部食べてしまいました。それで母親は娘に、「庭に行ってウサギを追い払ってね。」と言いました。

Volgende dag komt 't haasje weer en eet de kool op; zegt de vrouw tegen 'r dochter: "Ga in de tuin en jaag me dat haasje!" Zegt 't meiske tegen 't haasje: "Koesj, Koesj, haasje, je eet al de kool op!" Zegt 't haasje: "Kom meiske, zet je op m'n hazenstaartje, en kom naar mijn hazenhutje." Meiske wil niet.
女の子は「シ、シ、ウサギ、あなたはうちのキャベツをみんな食べてしまうわ。」とウサギに言います。「おいで、お嬢さん、私の小さなウサギの尻尾に座って私のおうちに一緒においで。」とウサギはいいます。女の子は行きません。

De derde dag komt 't haasje weer en eet al de kool. Zegt de vrouw tegen d'r dochter: "Ga in de tuin en jaag me dat haasje!" Zegt 't meiske tegen 't haasje: "Koesj, koesj, haasje, je eet me al de kool op!" Zegt 't haasje: "Kom meiske, zet je maar op m'n hazenstaartje en kom mee naar m'n hazenhutje." Meiske zet zich op 't hazenstaartje, brengt 't haasje d'r ver weg naar 't hazenhutje; en zei "Kook nu groene kool en gerst, ik zal de bruiloftsgasten vragen." Daar kwamen al de bruiloftsgasten bij mekaar.
次の日、ウサギはまたやって来てキャベツを食べます。それで母親は娘に「庭に行ってウサギを追い払ってね。」と言います。娘は「シ、シ、ウサギ、あなたはキャベツをみんな食べてしまうわ。」とウサギに言います。「おいで、お嬢さん、私の小さなウサギの尻尾に座って私のおうちに一緒においで。」とウサギはいいます。娘は断ります。

(Wie waren dan al de bruiloftsgasten? Dat kan ik je zeggen, want iemand heeft het me verteld: dat waren al de hazen, en de kraai was de dominee om het bruidspaar in te zegenen, en de vos was koster, en 't altaar? onder de regenboog).
三日目、ウサギはまたやって来てキャベツを食べます。それで母親は娘に「庭に行ってウサギを追い払ってね。」と言います。娘は「シ、シ、ウサギ、あなたはキャベツをみんな食べてしまうわ。」とウサギに言います。「おいで、お嬢さん、私の小さなウサギの尻尾に座って私のおうちに一緒においで。」とウサギはいいます。

Maar 't meiske was sip, ze was zo allenig. Komt 't haasje aan en zei: "Opdoen, opdoen, de gasten zijn vrolijk!" De bruid zegt niks en huilt maar. Haasje gaat weg, haasje komt terug en zegt: "Opdoen, opdoen, de bruiloftsgasten zijn hongerig." De bruid zegt niks en huilt maar. Haasje gaat weg, haasje komt terug, maar ze maakt een stropop met haar kleren aan en geeft 'r een pollelepel en zet 'r bij de brijpan met kool en gerst en zij naar d'r moeder. Haasje komt nog eens en zegt: "Opdoen! opdoen!" en slaat de pop om z'n kop, dat de muts d'r af valt.
女の子が小さなウサギの尻尾に座ると、ウサギは遠く離れた自分の小さな家に連れていき、「さあ、緑のキャベツとアワ種を料理して。私は結婚式のお客を呼ぶからね。」と言います。それから結婚式のお客が集まりました。結婚式のお客は誰かって?別の人が話してくれたから教えてあげられるよ。お客はみんなウサギでした。そして花嫁と花婿を結婚させる牧師としてカラスがいました。それから助手として狐がいて、祭壇は虹の下にありました。

Daar ziet haasje dat de bruid weg is, gaat weg en is in de put!
しかし、女の子は悲しかったのです。というのはたった1人だったから。小さなウサギが来て「ドアを開けて、ドアを開けて、結婚式のお客は陽気だ。」と言います。花嫁は何も言わず泣きます。小さなウサギは立ち去ります。小さなウサギは戻ってきて、「ふたを外して、ふたを外して、結婚式のお客は待っている。」と言います。すると花嫁は何も言わず、ウサギは立ち去ります。しかし、女の子はわら人形に自分の服を着せ、かき回すしゃもじを持たせ、アワ種の入っているなべのそばに置き、母親のところへ戻ります。小さなウサギはもう一度やって来て、「ふたを外して、ふたを外して、立ち上がって」と言い、人形の頭を叩くので、人形の帽子が落ちます。それで小さなウサギはそれが花嫁じゃないとわかり、立ち去り、悲しみます。