De gauwdief en zijn meester


どろぼうの名人とその大先生


Jan wou z'n zoon een ambacht laten leren. Toen ging Jan naar de kerk en vroeg aan Onze Lieve Heer, wat Hem behagen zou. De koster stond juist achter het altaar en zei: "Gauwdieven, gauwdieven." Toen ging Jan weer naar zijn zoon terug en zei, dat het gauwdieven moest wezen, dat had Onze Lieve Heer zelf gezegd. Nu gaat hij met z'n zoon naar een man die goed stelen kan. Ze lopen een hele poos, en dan komen ze bij een groot bos. Daar staat zo'n klein huisje met zo'n oud wijf erin, en Jan zegt: "Weet jij niet een man die stelen kan?" - "Dat kan je hier wel leren," zegt de vrouw, "daar is mijn zoon een meester in." Nu gaat hij met de zoon praten: "Of hij het wel goed kan?" De meesterdief zegt: "Ik wil 't je zoon wel leren, kom maar over een jaar terug, als je dan je zoon nog herkent, wil ik geen leergeld hebben, ken je hem niet, dan geef je me tweehonderd daalders."
De vader gaat naar huis, en de zoon leert om goed te toveren en te stelen. Als 't jaar om is, gaat de vader er snikkend heen, hoe hij het nu weten moet, of hij z'n zoon weer herkent. Als hij zo loopt te snikken, dan komt 'm zo'n klein mannetje tegemoet, die zegt: "Man wat grien jij? Je bent zo bedroefd." - "Ach," zegt Jan, "ik heb m'n zoon verleden jaar bij 'n meesterdief verhuurd om het ambacht te leren, en die zei me, ik moest na 'n jaar weeromkomen, en als ik hem nog kende, hoefde ik niks te geven, en nu ben ik zo bang, dat ik hem niet meer ken, en waar krijg ik dan die tweehonderd daalders vandaan?" Toen zei dat manneke, hij moest maar een 'n korstje brood meenemen, en onder de schoorsteen gaan staan, "en op de haalboom staat een mandje, en daar kiekt een vogeltje uit en dat is je zoon."
Nu gaat Jan erheen en gooide een korstje zwart brood voor het mandje, daar wipt het vogeltje eruit en kijkt ernaar. "Hola, mijn zoon, ben je daar?" zegt de vader. De zoon was heel blij, dat hij zijn vader zag, maar de meesterdief zei: "Dat heeft de duivel je laten weten: hoe kon je nou zien dat dat je zoon was?" - "Vader, laten we nu gaan," zegt de jongen.
Nu wou de vader met zijn zoon weer naar huis gaan, en onderweg kwam er een koets aanrollen, en toen zei de zoon tegen z'n vader: "Vader, ik ga me in een grote windhond veranderen, dan kunt u er veel geld aan verdienen." De heer uit de koets roept: "Zeg man, wil je me die hond verkopen?" - "Ja," zegt de vader. "Hoeveel moet je d'r voor hebben?" - "Dertig daalders." - "Nou, dat is veel, maar omdat het zo'n prachtig mooie hond is, wil ik hem houden." Hij koopt de hond, en de hond komt in de koets zitten, maar na een eindje springt hij eruit, door de ruiten, en dan is hij geen windhond meer, maar loopt weer naast zijn vader.
Nu gaan ze samen naar huis. De volgende dag is er markt in 't naaste dorp. Dan zegt de jongen tegen z'n vader: "Ik zal me nu in een mooi paard veranderen; en verkoop me daar; maar als u me verkoopt, trek het toom van me af, want anders kan ik nooit meer een mens worden." De vader trekt met het paard naar de markt, maar nu komt de meesterdief en koopt het paard voor honderd daalders, en de vader vergeet 't en trekt hem het toom niet af.
Nu trekt de meesterdief met 't paard naar huis en zet het in de stal. De meid gaat over de deel, dan zegt het paard: "Doe me het toom af, doe me het toom af." De meid staat te luisteren: "Kan je praten?" en ze gaat heen en doet hem 't toom af; dan verandert 't paard zich in een mus en vliegt over de onderdeur weg, maar de meesterdief verandert zich ook in een mus, en vliegt hem na. Nu komen ze bij elkaar en pikken elkaar, maar de meesterdief wordt in 't water gedreven, en nu maakt hij zich een vis. Nu maakt de jongen zich ook tot een vis, en ze vechten weer, maar de meester moet het afleggen. Dan verandert de meester zich in een haan, maar de jongen wordt tot een vos en hij bijt de haan de kop af, en toen is de meester dood gegaan en dood gebleven tot op deze dag.
ハンスは息子に商売を覚えさせたいと思い、教会に入って、何が息子に最も適しているか知るために神様にお祈りしました。すると、牧師が祭壇の後ろにいて、「盗み、盗み。」と言いました。これを聞いてハンスは息子のところに戻り、お前は盗みを覚えるべきだ、神様がそう言ったと告げました。それで、息子と一緒に盗みを良く知っている男を捜しに出かけました。二人は長い間歩いて、大きな森に入ると、おばあさんが中にいた小さな家が立っていました。ハンスは、「盗みを良く知っている男のことを知ってるかい?」と言いました。「ここでとてもよくそれを覚えることができるよ。私の息子はその名人だ。」とおばあさんは言いました。それで、ハンスはおばあさんの息子と話し、本当によく盗みを知ってるか尋ねました。泥棒の親方は、「息子さんをよく教えましょう。1年経ったら戻ってきてください。そしてそのとき息子さんを見分けたら、授業料は受け取りません。だけど、わからなかったら、200ターレル払わなければなりませんよ。」と言いました。
父親はまた家に戻り、息子は魔法と盗みをしっかり学びました。1年過ぎると、父親はどうやって息子を見分けるか知ろうと心配でいっぱいでした。こんなふうに悩んで歩いていると、小人に出会いました。小人は「ねぇ、何を悩んでるんだい?お前はずっとそう悩んでいるね。」といいました。「ああ、1年前、息子を泥棒の親方のところに置いたんだ。その親方は言ったんだ。1年過ぎたら私は戻らねばならないとね。そして、そのとき私が息子を見て息子だとわからなければ200ターレル払わなくちゃならないとさ。だけど、息子だとわかったら何も払わなくていいんだ。それで今、息子がわからないんじゃないかと心配だし、どこでお金を手にいれるかもわからないんだ。」とハンスはいいました。すると小人は、パンの皮を持って行き、煙突の下に立つんだ、とハンスに言いました。「そこの横桁にかごがのっている、そこから小鳥がのぞいているんだ。それがお前の息子さ。」
ハンスはそこへ行き、小鳥が入っているかごの前に黒パンの皮を投げました。それで小鳥が出てきて、見上げました。「やあ、息子、ここかい?」と父親は言いました。そして息子は父親を見て喜びましたが、泥棒の親方は「悪魔が教えたにちがいない。でなけりゃ息子をどうやってわかったんだ?」と言いました。「お父さん、行こう。」と若者は言いました。
それから父親と息子は家へ向かって出発しました。途中で馬車が通りかかりました。そこで息子は父親に、「僕は大きなグレイハウンド犬に変身するよ。そうしたら僕でたくさんお金が儲けられるよ。」と言いました。すると、紳士が馬車から、「君、その犬を売ってくれないかい?」と呼びました。「いいですよ。」と父親は言いました。「いくらで売るの?」「30ターレルです。」「う~ん、それは高い、しかし、とてもりっぱな犬だから、買おう。」紳士は馬車に犬をのせましたが、少し進んだとき、犬は馬車の窓からとび出て、父親のところへ戻り、もうグレイハウンドではなくなっていました。
二人は一緒に家に帰りました。次の日、隣の町で定期市がありました。それで若者は、「今度は美しい馬に変身するから、僕を売れるよ。だけど、売ったとき馬ろくをはずさなくちゃだめだよ。そうしないと元の人間になれないからね。」と父親に言いました。それから父親は馬をつれて定期市へ行きました。そして泥棒の親方が来て、100ターレルで馬を買いましたが、父親は忘れて、馬ろくを外しませんでした。それで親方は馬を連れて家へ帰り、馬小屋に入れました。
女中が戸口を横切ったとき、馬が「馬ろくを外してくれ、馬ろくを外してくれ」と言うので、女中はじっと立ち、「何、お前喋れるの?」と言って、馬のところへ行き、馬ろくを外しました。そして馬はすずめになり、ドアから飛んででました。すると泥棒の親方もすずめになり、飛んであとを追いかけました。
それから二人は一緒になり、勝敗をかけ、親方が負けました。それで、親方が雄鶏に変身したとき、若者は狐になり親方の頭を噛み切ったので、親方は死んで、今日でも死んだままになっています。