狼と狐


De wolf en de vos


狼は狐を従えていました。狼が望んだことは何でも狐はやらされました。というのは狐の方が弱かったからで、できれば主人と喜んでおさらばしていたでしょう。あるとき二人が森を通っていたとき、狼が、「赤狐、何か食べ物をとってこい、でないとお前自身を食っちまうぞ」と言いました。狐は「2匹の子羊がいる農家の庭を知っています。もしよろしければ1匹とりましょう。」と答えました。狼はそれがいいと思い、二人でそこへ行きました。そして狐は子羊を盗み、狼のところへ持っていき、行ってしまいました。狼はがつがつ子羊を食いましたが、一匹では満足しませんでした。それでもう1匹も欲しくなり、それを手に入れるためでかけました。
De wolf had de vos bij zich op bezoek. En wat de wolf wilde, moest de vos doen, want de vos was de zwakste, en de vos zou zijn heer graag kwijt zijn geweest. Nu gebeurde het eens, dat ze allebei door een bos liepen, en toen zei de wolf: "Rooie vos, geef me wat te eten, anders eet ik jou op." Toen antwoordde de vos: "Ik weet een boerderij, daar zijn een paar jonge lammetjes, als je er zin in hebt, dan zullen we er wel eentje halen." Dat vond de wolf goed.

しかし狼はやるのがとても下手くそだったので、子羊の母が聞きつけ、激しく叫びたてメエメエなくので、農夫たちがそこへ走ってきました。そして狼を見つけ、とても情け容赦なくぶったので、狼は足を引きずり、うめきながら、狐のところへ行きました。「お前はおれをうまくだましやがったな。もう1匹の子羊も欲しかったのに、農夫たちが急にやってきて、おれをめちゃくちゃにぶちやがった。」と狼は言いました。狐は「どうしてあなたはそんな食いしん坊なんですか?」と言いました。
Ze gingen erheen, en de vos stal het lammetje, bracht het de wolf, en maakte zich uit de voeten. De wolf verschalkte het, maar hij was nog niet voldaan, hij wilde er het andere bij hebben, en ging het halen. Maar omdat hij zo onhandig was, merkte de moeder van het lammetje het, en begon verschrikkelijk te schreeuwen en te blaten, zodat de boeren eraan kwamen lopen. Ze vonden de wolf, en sloegen hem zo erbarmelijk, dat hij hinkend en huilend bij de vos aankwam. "Daar heb je me mooi beetgehad," zei hij, "ik wou het andere lam halen, maar de boeren kregen me te pakken en hebben me murw geslagen." De vos antwoordde: "Je bent ook zo'n veelvraat."

次の日、二人はまた田舎に行きました。食い意地のはってる狼は、もう一度「赤狐、何か食べ物をとってこい、でないとお前自身を食っちまうぞ」と言いました。すると狐は「奥さんが今夜パンケーキを焼いている農家を知っています。私たちのためにいくらか手に入れましょう。」と狐は答えました。二人はそこへ行き、狐は家の周りをそろりそろり回り、覗いて、かぎ回って、とうとう料理がどこにあるか発見しました。それで、6個のパンケーキをつかむと狼のところへもっていきました。「あなたの食べ物ですよ。」と言って立ち去りました。狼はあっと言う間にパンケーキをのみ込んで「もっと欲しくなったな。」と言いました。そしてそこへ行き、皿ごと下に引っ張ったのでこなごなに壊れてしまいました。それで大きな音がしたので、その奥さんが出てきて、狼を見るとうちの人たちを呼びました。その人たちはそこに急いで来て、棒がバラバラになるまで狼を打ちました。
De volgende dag gingen ze weer samen uit, en de gierige wolf zei nog eens: "Rooie, geef me wat te eten of ik eet jou ook op." De vos gaf ten antwoord: "Ik weet een boerderij, daar bakt de vrouw vanavond pannenkoeken. Daar zullen we er een paar van halen." Ze gingen, de vos sloop om het huis, keek en speurde zolang, tot hij erachter was, waar de schotel stond. Toen trok hij er zes pannenkoeken af en bracht ze naar de wolf. "Hier heb je wat," zei hij tegen hem, en hij ging zijns weegs.

とうとう狼は2本の足をひきずり、大声でうめきながら、森の狐のところへ戻りました。「よくもこっぴどくおれをだましたな。農夫たちがおれをつかまえ、皮がむけるほどぶったぞ。」と狼が言うと、狐は「どうしてそんなに食いしん坊なんですか。」と答えました。
De wolf had de pannenkoeken in een oogwenk opgeslokt en zei: "Die smaken naar meer," hij ging erheen en gooide de hele schotel op de grond, zodat hij in stukken sprong. Dat gaf een geweldig lawaai, zodat de vrouw naar buiten kwam. En toen ze de wolf zag, riep ze om hulp en allen snelden toe en gaven hem een pak slaag, zodat hij met twee kreupele poten luid huilend bij de vos in 't bos terugkwam. "Wat je me nu weer geleverd hebt!" riep hij, "de boeren hebben me te pakken gekregen en me de huid volgeranseld." Maar de vos antwoordde: "Je bent ook zo'n veelvraat!"

3日目二人は一緒に出かけ、狼は痛そうにただ足をひきずってきていましたが、また「赤狐、何か食べ物をとってこい、でないとお前自身を食っちまうぞ」と言いました。「ずっと殺しをしていた男を知っています。地下室の樽に塩漬けの肉があります。それをもらいましょう。」と狐は答えました。「お前がやるときおれが行く。だからおれが逃げられなければお前が手伝え。」と狼は言い、「喜んで」と狐は答えました。そしてわき道や道を教えて、とうとう地下室に着きました。
De derde dag gingen ze samen een beetje wandelen, en de wolf hinkte maar moeilijk voort - maar hij zei toch weer: "Rooie, zorg dat ik eten krijg, of ik eet jou óók op!" De vos antwoordde: "Ik weet een boer die net geslacht heeft, en 't gezouten vlees ligt in 't vat, in de kelder. Dat zullen we halen." De wolf zei: "Dan ga ik meteen maar mee, want je moet me helpen, als ik niet weg kan." - "Mij best," zei de vos en wees hem de sluipgangen en omwegen waarlangs ze ten langen leste toch bij de kelder aankwamen. Daar was nu een overvloed van vlees, en de wolf begon dadelijk te eten, en dacht: "Voordat ik uitschei, kan 't nog wat lijden."

肉はたくさんあり、狼はすぐ食べ始めましたが、「出て行かなければいけないときまで、たっぷり時間があるぞ」と思いました。狐も肉が好きでしたが、あちこち見回し、ときには自分たちが入ってきた穴まで走っていき、体がその穴にもぐりこめるくらいまだ細いか確かめました。狼は「狐よ、お前どうしてそんなにあちこち走り回ったり、跳んで出たり入ったりしてるんだ?」と言いました。「だれもこないのをたしかめなくちゃいけないんだ。食べ過ぎないで。」と悪賢いやつは答えました。すると狼は「おれは樽がからになるまで出て行かないよ。」と言いました。
De vos smulde ook, maar keek intussen aldoor op en om, en liep telkens naar het gat, waardoor ze de kelder waren ingekomen, en probeerde of hij nog dun genoeg was, om erdoor te kunnen. De wolf zei: "Beste vos zeg nu eens, waarom ren je zo heen en weer en aldoor naar buiten en terug?" - "Ik moet toch kijken, of er niemand aankomt," antwoordde de slimme vos, "eet jij maar niet te veel." De wolf zei: "Ik ga niet weg, voor 't hele vat leeg is."

その間に農夫は狐が跳びはねている音を聞いて地下室にやってきました。狐は農夫をみると、一ッ跳びで穴の外にでました。狼は狐の後に続こうとしましたが、食べてとても太くなっていたので、もう通り抜けられなくて、しっかり挟まってしまいました。それで農夫はこん棒を持ってやってきて、狼を打ち殺しました。しかし狐は森へ逃げ込み、古馴染みの食いしん坊とおさらばできて喜びました。
Intussen kwam de boer, die de vos had horen springen, naar de kelder. Toen de vos hem zag, was hij in één sprong door het gat naar buiten: de wolf wilde ook, maar hij had zo'n dikke buik van 't eten, dat hij er niet meer door kon, maar middenin bleef steken. Daar kwam de boer met z'n knuppel, en sloeg hem dood. Maar de vos hupte 't bos in en was blij, dat hij de oude veelvraat kwijt was.