Eens op een keer gingen het hennetje en het haantje naar de notenberg, en ze spraken af, wie een noot vond, moest die met de ander delen. Nu vond het hennetje een grote, dikke noot, maar ze zei er niks van en wilde die alleen opeten. Maar de noot was zo dik, dat ze die niet door kon slikken en zij in haar hals bleef steken, en ze werd bang dat ze zou stikken. Toen riep het hennetje: "Haantje, ik smeek je, loop wat je lopen kunt en haal wat water, want anders stik ik!"
En het haantje liep wat het lopen kon, naar de bron toe en zei: "Bron, wil je water geven, hennetje ligt op de notenberg, heeft een grote noot opgeslokt en zal nog stikken." De bron antwoordde: "Loop eerst naar de bruid en laat je rode zijde geven."
Het haantje liep naar de bruid: "Bruid, je moet rode zijde geven, rode zijde moet ik aan de bron geven, de bron moet me water geven, 't water moet ik 't hennetje geven, hennetje ligt op de notenberg, heeft een grote noot opgeslokt en zal nog stikken!" De bruid antwoordde: "Ga me eerst mijn kransje halen, dat bleef aan de wilg hangen."
Toen liep het haantje naar de wilg en trok het kransje van de tak en bracht het aan de bruid, en de bruid gaf hem rode zijde, en die bracht hij aan de bron, en de bron gaf water.
Toen bracht het haantje 't water naar het hennetje, maar toen hij bij haar aankwam, was het hennetje al gestikt en lag dood en bewoog niet meer. Toen werd het haantje zo treurig, dat het luid ging huilen, en toen kwamen alle dieren er aan en weeklaagden over het hennetje, en zes muizen bouwden een wagentje om het hennetje daarin naar 't graf te brengen, en toen de wagen klaar was, spanden ze zich ervoor, en het haantje ging op de bok. Maar onderweg kwam de vos: "Waar wil je heen, haantje?" - "Ik wil mijn hennetje begraven!" - "Mag ik mee?"
"Ja, maar achter op de wagen,
Vóór kunnen de paardjes je niet dragen."
En toen ging de vos er achterop zitten, en dan de wolf, en dan de beer, en dan het hert, en de leeuw en alle dieren van het hele bos. Zo ging de rit voort, en toen kwamen ze bij een beek. "Hoe moeten we nu over?" zei het haantje.
Vóór kunnen de paardjes je niet dragen."
En toen ging de vos er achterop zitten, en dan de wolf, en dan de beer, en dan het hert, en de leeuw en alle dieren van het hele bos. Zo ging de rit voort, en toen kwamen ze bij een beek. "Hoe moeten we nu over?" zei het haantje.
Daar lag een strootje bij de beek, en het zei: "Ik zal er wel dwars over gaan liggen, dan kun je over me heen rijden." Maar toen de zes muizen op de brug kwamen, gleed de strohalm uit en 't water in, en de zes muizen vielen er allemaal in en verdronken. Toen was goede raad weer duur, maar toen kwam er een kooltje vuur en dat zei: "Ik ben groot genoeg, ik zal er overheen gaan liggen en dan kun je over mij heen rijden."
Het kooltje vuur legde zich ook over het water, maar ze raakte het helaas even aan, en toen siste het, ging uit, en was dood. Toen zag een steen dat, hij had medelijden, wilde het haantje helpen en ging over het water liggen. Nu trok het haantje zelf de wagen, maar toen hij hem al gauw aan de overkant had, en hij met 't dode hennetje al op 't land was en de anderen, die achterop zaten ook wou optrekken, toen waren er dat te veel geworden, en de wagen rolde terug, en alles tuimelde over elkaar heen het water in en verdronken.
Nu was het haantje nog maar alleen met de dode hennetje, en hij groef haar een grafje en legde haar erin en hij wierp er een grafheuvel over heen, en daar ging hij op zitten en treurde zo lang, tot hij ook stierf; en toen was alles dood!
Некогда направились курочка с петушком на орешниковую гору и заключили друг с другом такой договор: кто первый добудет ореховое ядрышко, тот должен его с товарищем поделить.
Вот и отыскала курочка большой-пребольшой орех, никому ничего о том не сказала и задумала тот орех съесть одна-одинешенька. А ядрышко-то было настолько велико, что курочка его проглотить не могла; оно застряло у нее в горле, и курочка перепугалась, что она тем ядрышком подавится.
И закричала курочка: "Петушок, сделай милость, сбегай поскорее да принеси мне воды, не то я задохнусь".
Побежал петушок что есть мочи к колодцу и сказал: "Дай ты мне водицы, курочка лежит на орешниковой горе, заглотнула большое ядрышко и, того и гляди, задохнется".
Отвечал ему колодец: "Беги сначала к невесте и выпроси себе красного шелка".
Побежал петушок к невесте, говорит: "Невеста, дай ты мне красного шелка; я тот шелк снесу колодцу, колодец даст мне водицы, водицу отнесу я курочке, а курочка лежит на орешниковой горе, заглотнула слишком большое ореховое ядрышко и, чего доброго, задохнется". Невеста ему отвечает: "Сначала сбегай да принеси мне веночек, что повесила я на ивовой веточке".
Побежал петушок к иве, снял веночек с ветки и принес его к невесте, а невеста дала ему за это красного шелку; шелк отнес он к колодцу, а тот дал ему за это водицы.
Принес петушок водицу курочке, а курочка тем временем задохнулась и лежала мертвая, без движения.
Тут уж петушок так разогревался, что стал громко-громко кричать, и сбежались к нему все звери, стали курочку оплакивать.
Шесть мышек состроили повозочку, в которой бы можно было свезти курочку до могилы; когда же повозочка была готова, они сами в нее и впряглись, а петушок на той повозочке правил.
На пути встретили они лисицу. "Куда это ты едешь, петушок?" - сказала она. "Да вот собираюсь хоронить свою курочку". - "Нельзя ли и мне с вами вместе ехать?" -
Пожалуй, сзади можешь сесть,
Не то лошадушкам не свезть.
Так и присела лисица сзади, а за нею - и волк, и медведь, и олень, и лев, и все лесные звери.
Так добрались они до ручья. "Как-то мы тут переправимся?" - спросил петушок.
А на берегу ручья лежала соломинка, которая сказала: "Вот я поперек ручья протянусь, так вы можете по мне переехать". Но чуть только шесть мышек вступили на этот мостик, соломинка переломилась и в воду свалилась, и все мышки в воде потонули.
Тогда опять пришла беда, и всех из беды захотела выручить головешка: я, мол, достаточно велика, я через ручей перекинусь, а вы через меня и переезжайте.
Но на беду, головешка как-то неловко коснулась воды, зашипела, потухла - и дух из нее вон!..
Увидел все это камень, сжалился, захотел петушку помочь и перевалился через воду. Пришлось петушку на себе тащить повозочку через камень, а когда он ее перетащил и вместе с мертвой курочкой очутился уж на другом берегу, вздумалось ему и тех перетащить, что позади повозки сидели…
Но их оказалось слишком много: повозка с ними откатилась назад, и все вместе рухнули в воду и потонули.
Остался петушок опять один-одинешенек на берегу с мертвою курочкою, выкопал ей могилку, опустил ее туда, а поверх могилки насыпал холмик и на тот холмик присел, и горевал по курочке до тех пор, пока сам не умер…
Так все они и покончили с жизнью.