清白的太阳揭露了真相


De heldere zon brengt het aan het licht


一个裁缝伙计四处找活干,却一件也没找着,他已穷得丁当响了。 不久他在路上遇到了一位犹太人,他想这人身上肯定有很多钱,便凶像毕露,走上前去说:"要钱还是要命?"犹太人说:"饶了我吧,钱我没有,只剩八分钱了。"小裁缝说:"你有钱,通通交出来。"说着便对他一顿痛打,打得他奄奄一息。 犹太人快死了,只听他最后说:"清白的太阳会揭露真相的!"说完就死了。 裁缝伙计搜遍了犹太人的身子,只发现了那八分钱,犹太人果然没有撒谎。 他把犹太人的尸体拖起来,背到了一丛树后面,又继续去找活儿干,找了很久,他终于在一个小镇上找到了一份活,那家主人还有位千金,小裁缝爱上了她,与她结了婚,他们的婚姻生活倒还很美满幸福呢。
过了很久,他和妻子有了两个孩子,妻子的父母都去世了,他们单独撑起了这个家。 一天早上,丈夫坐在窗前的桌子旁,妻子给他端来了咖啡。 当他把咖啡倒进杯子里,正准备要喝时,太阳光照在了上面,反射光忽闪忽闪地投影在墙上,形成了一个个圆圈。 裁缝抬起了头看着说:"啊,它真像要揭露真相,但不可能!"他妻子说:"哦,亲爱的,那是什么?你是什么意思?"他回答说:"我不能告诉你。"但他妻子说:"如果你爱我,就该告诉我。"然后又用甜言蜜语来迷他,说别人决不会知道的,一直纠缠得他不得安宁。 于是他告诉妻子许多年前,他为了找活干而到处奔波,衣服褴褛又身无分文,最后杀了一位犹太人,犹太人垂死前说:"清白的太阳会揭露真象的!"现在,太阳就是想要把它揭穿,在墙上闪耀着画着圈子,可是还没能揭穿。 讲完后,他一再要妻子不要讲出去,否则他的小命就没了。 妻子答应了。 可是就在他又坐下去干活时,他的妻子去了她的一个好朋友那儿吐露了实情,还叮嘱她的朋友不要再对任何人说起。 但不到三天,这件事便整个小镇无人不知了,裁缝被带上了法院,得到了应有的惩罚。 就这样清白的太阳还是揭露了这件事。
Ooit lang geleden in een land hier ver vandaan, of misschien wel gisteren in een stad hier vlak bij, was er eens een kleermakersleerling die de wereld rondreisde voor zijn beroep. Hij kon geen werk vinden en was zo arm dat hij geen cent meer had om uit te geven. In die tijd kwam hij onderweg een rondtrekkende marskramer tegen, en toen dacht hij: die kon wel veel geld bij zich hebben, en hij verstootte God uit zijn hart, ging op hem af en zei:
"Geef me je geld, of ik sla je dood."
Toen zei de marskramer:
"Laat me toch leven, geld heb ik niet, alleen acht centen."
Maar de kleermaker zei:
"Geld heb je toch, en dat moet ik hebben ook,"
En hij sloeg erop los en sloeg zo lang tot hij bijna dood was. En toen de marskramer ging sterven, was zijn laatste woord:
"De heldere zon zal het aan het licht brengen!"
Een toen stierf hij. De kleermakersleerling zocht in zijn zak en zocht naar geld, maar hij vond niet meer dan de acht centen waarover de marskramer gesproken had. Toen pakte hij hem op, droeg hem achter een paar struiken en trok verder om werk te zoeken. Toen hij lang gereisd had, kwam hij in een stad bij een meester en die had een mooie dochter, en daar werd hij verliefd op en hij trouwde haar en leefde met haar in een goed en gelukkig huwelijk.
Lang daarna, ze hadden al twee kinderen, stierven de schoonvader en de schoonmoeder, en het jonge paar had het huis voor zich alleen.
Op een morgen, de man zat op tafel voor het venster, bracht de vrouw hem koffie, en toen hij die op het schoteltje had gegoten en juist wou uitdrinken, scheen de zon erop, en de weerschijn blonk op de muur en maakte daar kringetjes op. Toen keek de kleermaker naar boven en zei:
"Ja, die wil het graag aan het licht brengen en het kan niet!"
De vrouw zei:
"Maar lieverd, wat is dat? Wat bedoel je daar mee?"
Hij antwoordde:
"Dat mag ik je niet zeggen."
Maar zij zei:
"Als je echt van me houdt, moet je het me zeggen."
En ze beloofde hem met de liefste woordjes dat zij het aan niemand zou vertellen, en ze liet hem niet met rust.
Tenslotte vertelde hij dan toch, hoe hij jaren geleden als zwerver helemaal zonder geld en zonder eten was geweest, en dat hij toen een marskramer beroofd had, en hoe de man in doodsnood gesproken had:
"De heldere zon zal het aan het licht brengen."
En nu had de zon het juist aan het licht willen brengen, en had op de muur geschenen en daar kringetjes gemaakt, maar het was haar tcoh niet gelukt. En daarna smeekte hij haar nog in het bijzonder, dat ze het niemand zou zeggen, anders kostte het hem zijn leven, en dat beloofde ze hem ook.
Maar toen hij aan het werk was gegaan, ging zij naar haar peettante en vertrouwde haar het hele verhaal toe, maar zij mocht het aan niemand verder vertellen; maar voor er drie dagen voorbij waren, wist de hele stad het, en de kleermaker werd aangeklaagd en veroordeeld.
Zo had de heldere zon het toch aan het licht gebracht.