Het ezeltje


小毛驴


Er leefden eens een koning en een koningin, ze waren heel rijk en ze hadden alles wat ze zich maar wensten, alleen geen kinderen. Ze klaagde daar dag en nacht over en zei: "Ik ben als een akker waar niets op groeit."
Maar eindelijk vervulde God haar wensen; maar toen het kind ter wereld kwam, zag het er niet uit als een mensenkind, maar als een jong ezeltje. En toen de moeder dat zag, begon haar jammeren en huilen pas goed, want ze had liever helemaal geen kind gehad dan een ezel. En ze zei, ze moesten het maar in het water gooien als voer voor de vissen. Maar de koning zei: "Nee. Als God hem gegeven heeft, zal hij ook mijn zoon en erfgenaam zijn, na mijn dood op de koninklijke troon zitten en mijn koninklijke kroon dragen."
Dus werd het ezeltje opgevoed, groeide, alleen z'n oren groeiden ook, mooi hoog, en recht overeind. Verder was het een vrolijk diertje, het sprong rond, speelde, en hield vooral van muziek, zodat hij naar een beroemde speelman ging en zei: "Leer mij de kunst om net zo goed op de luit te spelen als u." - "Wel, mannetje," zei de speelman, "dat zal je moeilijk vallen, daar zijn je vingers niet bepaald geschikt voor en ook te groot; ik ben bang dat de snaren het niet uithouden." Maar er was geen praten tegen; het ezeltje wou en zou luit spelen, was ijverig en studeerde vlijtig en leerde het net zo goed als zijn meester zelf.
Op een keer ging ons manneke in gedachten verzonken wandelen, en hij kwam bij een bron, en daar keek hij in en zag in het spiegelende water zijn ezelsgedaante. Nu werd hij zo bedroefd, dat hij de wijde wereld in ging, en maar één trouwe metgezel meenam.
Ze trokken voort, lange tijd, en tenslotte kwamen ze in een rijk, waarover een oude koning heerste, en die had maar één dochter en die was wondermooi. Het ezeltje zei: "Hier zullen we blijven," klopte aan de poort en zei: "Er is hier buiten een gast, doe open, zodat hij naar binnen kan gaan."
Maar er werd niet opengedaan en hij ging zitten, nam zijn luit en sloeg met z'n twee voorpoten een lieflijk liedje. Toen sperde de portier zijn ogen open, liep naar de koning en zei: "Buiten aan de poort zit een jong ezeltje en dat bespeelt de luit als een volleerd speler." - "Laat de speelman dan maar binnenkomen," sprak de koning.
Maar toen het ezeltje binnenkwam, begon iedereen om de luitspeler te lachen. Het ezeltje moest beneden bij de knechts zitten om te eten, maar hij was tegen de draad in en zei: "Ik ben geen gewoon stalezeltje, ik ben van voorname afkomst." Toen zeiden ze: "Als je dat bent, ga dan bij de soldaten zitten." - "Nee," zei hij, "ik wil bij de koning zitten." De koning begon te lachen en zei goed gehumeurd: "Wel ja, dat kan wel als je wilt, ezeltje kom jij maar hier." Toen vroeg hij: "Ezeltje, hoe vind je m'n dochter?" Het ezeltje draaide z'n kop naar haar toe, keek haar aan, knikte en sprak: "Bovenmate goed; ze is zo mooi, als ik er nog geen gezien heb." - "Nu, dan mag je ook eens naast haar zitten," zei de koning. "Dat vind ik heel plezierig," zei het ezeltje en ging naast haar zitten, at en dronk en wist zich heel goed te gedragen.
Toen het edel diertje een poos aan 't hof van de koning was geweest, dacht het: "Het geeft toch allemaal niets, je moet weer naar huis." En het liet z'n kop treurig hangen, ging voor de koning staan en vroeg toestemming, om weg te gaan. Maar de koning was van hem gaan houden en zei: "Ezeltje, wat scheelt eraan? Je kijkt zo zuur als een kruik azijn; blijf toch hier: ik zal je alles geven wat je hebben wilt. Wil je goud?" - "Nee," zei het ezeltje en schudde zijn kop. "Wil je kostbaarheden en sieraden hebben?" - "Nee." - "Wil je soms het halve koninkrijk?" - "Och nee."
Toen sprak de koning: "Als ik maar wist, wat je plezier zou kunnen doen: wil je mijn mooie dochter tot vrouw?" - "O ja," zei het ezeltje, "dat zou ik heel graag willen!" En het was ineens vrolijk en hoopvol, want dat was juist zijn geheimste en liefste wens. Dus werd een prachtig, groot bruiloftsfeest gehouden.
's Avonds toen bruid en bruidegom naar hun slaapkamertje werden gebracht, wou de koning weten of het ezeltje wel vriendelijk en goed zou zijn, en hij beval een lakei om zich daar te verstoppen. Toen het paar in de kamer was, schoof de bruidegom de grendel voor de deur, keek rond, en omdat hij geloofde dat ze samen alleen waren, wierp hij opeens zijn ezelsvel af, en stond daar als een jonge prins. "Nu zie je," zei hij, "wie ik ben, en dat ik je wel waard was." Nu werd de bruid blij, kuste hem en kreeg hem van harte lief.
Maar toen de morgen aanbrak, sprong hij op, trok zijn dierenhuid weer aan, en niemand zou gedacht hebben wie daarachter stak. Weldra kwam daar ook de oude koning aan. "Wel!" riep hij, "is het ezeltje vrolijk?" - "En je bent zeker wel bedroefd," zei hij tegen zijn dochter, "dat je geen fatsoenlijk mens tot man hebt gekregen?" - "Ach nee, vaderlief, ik houd zoveel van hem, alsof het de mooiste man van de wereld was, en ik wil hem mijn hele leven hier houden." Daar was de koning verbaasd over, maar de lakei die zich verstopt had, kwam hem alles vertellen.
De koning zei: "Dat kan nooit waar zijn." - "Waakt u dan zelf, de volgende nacht, u zult het met eigen ogen zien; en weet u wat, o koning: neem het ezelsvel van hem weg en gooi het in het vuur, dan moet hij wel in zijn mensengedaante blijven." - "Dat is een goede raad!" sprak de koning.
En 's avonds, toen ze sliepen, sloop hij naar binnen, en toen hij bij het bed kwam, zag hij bij het maanlicht een zeldzaam mooie jonkman slapen en het ezelsvel lag afgestroopt op de grond. Dat nam hij weg, en hij liet buiten een geweldig vuur aanleggen, de huid erop gooien en hij bleef er zelf bij, tot het helemaal tot as was verbrand. En omdat hij zien wou, hoe de beroofde zich houden zou, bleef hij die nacht verder wakker en keek.
Toen de jongeman was uitgeslapen bij 't eerste morgenlicht, stond hij op en wilde zijn ezelsvel aantrekken, maar dat was niet te vinden. Nu schrok hij en zei angstig: "Ik moet maken, dat ik vlucht." Hij ging naar buiten, maar daar stond de koning en zei: "Mijn zoon, waar ga je zo snel heen, wat heb je in de zin? Blijf toch hier, je bent nu zo'n mooi mens, je mag niet weer hier vandaan. Ik draag nu mijn rijk voor de helft aan jou over, en na mijn dood ben je de erfgenaam." - "Dan wens ik u toe, dat dit goede begin ook een goed einde krijgt," zei de jonge prins: "en ik zal bij u blijven." En de oude koning gaf het halve rijk, en toen hij na een jaar stierf, kreeg hij het hele rijk, en toen zijn vader stierf nog een koninkrijk erbij, en hij leefde in pracht en heerlijkheid tot aan zijn dood.
从前,有个国王和王后,他们很富有,简直享有一切他们所希望的东西,只是没有孩子。 王后为此日夜伤感,说:"我就像块不长庄稼的地。"上帝最后成全了他,给他了个孩子,但这孩子根本不像人,而是头小毛驴。 母亲不见则已见了叫苦连天,她说自己宁可不要孩子也不愿有头驴,并且还想把他扔进河里让鱼吃掉。 但国王却说:"别这样,既然上帝把他赐给我们,他就该是我的儿子和继承人,在我死后戴上王冠坐上皇帝的宝座。"就这样,这驴子被养了下来,慢慢长大了,它的耳朵又细又长,向上直伸着。 这驴儿天性活泼,到处跳跃、游戏,且特别爱好音乐。 于是他走到一位有名的乐师那里,说"把你的本领教给我吧,我要把琴弹得和你一样好。""啊,小少爷,"乐师说,"这对你来说就难了,你的手指实在太粗,不是块弹琴的料。我怕琴弦经不起。"但他的推脱没用,驴儿要弹琴,非学弹琴不可。 他学起来又勤快、又刻苦,最后练得竟和师傅一样好了。
有一次,这小主人出去散步,脑子正在思考着什么,不觉来到了一口井边。 他往水中一瞧,见水面清澈如镜,那儿有自己的驴子模样。 他懊丧极了,便带了忠实的仆人离家出走,到了很远的地方。 他们四处漂泊,最后来到了一个王国,统治这个国家的是位年迈的国王,不过他有一位美丽绝伦的独身女。 驴儿说:"我们就在这儿呆下吧!"说着就去敲城门,"外边有客,快开门让他进来!"有人说但是大门没有打开。 他于是坐了下来,取出他的琴,伸出两只前腿弹起琴来,音乐非常优美动听。 守城门的人听得睁大了眼,赶忙跑去报告国王:"门外坐着头驴子,琴儿弹得有大师那么棒。""让那位音乐家到我这儿来吧!"国王说。 当那驴儿一进来,所有的人都称赞起这位弹琴的来,他们让他坐下来和仆人一块儿吃饭,他却很不乐意,说:"我可不是头普通的驴子,我可是位贵族。"他们说:"如果你真是位贵族,就和武士们坐一起吧。""不,我要坐在国王身旁。"国王微微一笑,很幽默地说:"好吧,就照你的意思办。小毛驴,到我这儿来吧。"然后他又问:"小毛驴,你觉得我女儿怎么样?"驴儿转过头看着她,点了点头,说"实在太美了!我还没见过像她这样漂亮的女孩。""那么,好吧,你也该挨着她坐吧!"国王说。 "那我是求之不得的呢!"驴儿一边说,一边紧挨着公主坐下。 他又吃又喝,既举止优雅,又注意清洁卫生。
这高贵的驴儿在宫里住了一些时,他想:"这一切对我有何用呢?我得回家去。"于是他便难过地垂下了头,来到国王跟前,请求能让他走。 但国王已经喜欢上他了,便说:"小毛驴,你什么事儿不开心?你看起来就像一缸醋一样酸溜溜的。你要什么我就给你什么,你要金子吗?""不,"驴儿摇头说。 "你要珠宝和华贵的服装吗?""不。""我分给你半个王国,好吗?""啊呀,不。"于是,国王说:"什么能教你开心,你是不是想娶我的宝贝女儿做妻子?""啊,是的是的。"他一下子变得高兴起来,那确实是他所希望的。 于是他们举行了隆重而豪华的婚礼。 新婚之夜,新郎和新娘被带进了洞房,国王想知道驴儿是不是举止温文尔雅,便命一个仆人躲在那里。 他们双双走进了新房,新郎闩上了门,他以为只有他们俩在那里,只见他摔脱了身上的皮,站在那儿,竟是个英俊潇洒的青年。 "现在你瞧我是谁,看我配不配得上你。"这时新娘非常高兴,过来吻他,打心眼里爱着他。 到了早上,他跳了起来,又重新披上驴皮,没有人会想得到里面藏着个多么英俊的帅小伙子。 不久老国王来了,"啊,"他叫道,"驴儿已经起床了!女儿呀,你一定很伤心,没能嫁一个能真正作你丈夫的人。""哦,不,亲爱的父亲,我很爱他,他就像是世上最英俊潇洒的小伙子,我会终生和他厮守在一起的。"国王感到很惊讶。 但是先前藏在新房的仆人来了,向国王透露了一切。 国王说:"这绝不可能是真的!""那么今晚就请您亲自去看看,你会亲眼看见的。国王,你听我说,你去把他的皮拿走,把它扔进火里烧掉,到时他就会显露真形的。"国王说:"你这主意很不错。"到了晚上他们睡觉时,他偷偷地走了进去,来到床前,借助月光他看见了一个相貌堂堂的年轻人躺在床上,那件驴皮就放在地上。 于是他把驴皮拿走了,让人在外面生起火,然后把驴皮扔了进去,等着看到它化为了灰烬。 国王急于想看看这位丢了东西的新郎会怎样,便彻夜没睡,一直关注着。 年轻人睡醒后,就着晨光一翻而起,想穿上那张驴皮,但没找着。 这下他变得很惊恐焦虑,又非常伤心,说:"现在我非逃走不可了。",但他刚走出来,但便发现国王正站在那儿。 国王说:"我的儿,你这么匆匆忙忙上哪去?你心里有啥事?留在这里吧,你是个这样潇洒的小伙子,你是不会离开我的。我现在就把我的一半王国给你,等我死后,整个王国都归你。""我也希望善始善终,那我就留在这儿吧!"随后老国王给了他一半的国土,一年后国王死了,整个王国都属于了他。 他自己的父亲死后,他又得到了另一个王国,从此便过着荣华富贵的生活。