Çalışkan Kız


De afvalrestjes


Bir zamanlar bir kız vardı; güzeldi, ama tembeldi, düzensizdi. İplik çekerken öyle hırçınlaşırdı ki, ketende ufacık bir düğüme rastlaşa onları yere saçar, kumaşı da fırlatır atardı. Neyse, bu kızın çok çalışkan bir hizmetçisi vardı. Bu kız bir gün yere atılmış düğümleri toplayarak kendine güzel bir elbise dikti. Tembel kıza genç bir adam talip oldu. Düğün günü kararlaştırıldı. O akşam çalışkan kız o güzel elbisesini giyerek neşe içersinde dans etti. Gelin:
Ah, ne güzel dans ediyor bu kız
Güzel elbisesiyle ve de bu ne hız!
Damat bunu işitince ona ne demek istediğini sordu. Bunun üzerine gelin ona, yerlere fırlatıp saçtığı düğümleri toplayan kızın bunlardan nasıl elbise yaptığını anlattı. Damat bunu duyunca ve evlenmek üzere olduğu kızın nasıl tembel; fakir kızınsa ne kadar çalışkan olduğunu anlayınca düğünü bozdu. Zengin kızla değil de, fakir kızla evlendi.
Er was eens een meisje, heel mooi, maar ook erg lui. Als ze moest spinnen, dan had ze zo het land, dat ze, als er maar een klein oneffenheidje in het vlas was, meteen een heel brok mee uit trok en naast zich op de grond gooide. Maar ze had een dienstmeisje dat heel vlijtig was, die zocht al dat weggeworpen vlas bij elkaar, haalde het uit de knoop, spon het weer en liet er een mooi jurkje van weven voor zichzelf.
Nu had een jonge man het luie meisje gevraagd om met hem te trouwen en de bruiloft zou gehouden worden. Op de laatste avond danste het ijverige meisje in haar mooie jurkje vrolijk rond, en toen sprak de bruid:
"Ach, wat danst dat meisje netjes
in mijn afvalrestjes!"
De bruidegom hoorde dat; en hij vroeg aan de bruid, wat ze daarmee zeggen wilde. Toen vertelde ze 't hem, dat het meisje een jurk gemaakt had van alle vlasresten die zij had weggegooid. Toen de bruidegom dat hoorde, en begreep hoe lui ze was, liet hij haar staan, ging naar het andere meisje en koos haar tot vrouw.