Het boertje in de hemel


Мужичок на небе


Eens op een keer was er een arm, heel vroom boertje gestorven, en hij kwam toen voor de poort van de hemel. En tegelijkertijd is er een heel erg rijke heer geweest en die wou óók de hemel in. Daar kwam Sint Pieter met de sleutel, en hij doet open en laat de heer binnen, maar het boertje had hij, naar 't scheen, niet gezien, en meteen ging de poort weer dicht. Nu kon 't boertje van buiten horen, hoe de meneer met alle mogelijke vreugde in de hemel werd opgenomen en hoe ze daarbinnen muziek maakten en zongen. Tenslotte werd het weer stil, en daar kwam Sint Pieter weer, en hij maakte de poort van de hemel open, en liet 't boertje nu ook binnen. Nu meende het boertje dat er nu ook muziek en zang zou zijn, nu hij daar kwam, maar alles was en bleef stil; ze namen hem wel met alle mogelijke liefde op, en de engelen kwamen hem tegemoet, maar zingen deed er niemand. Nu vroeg het boertje aan Sint Pieter, waarom ze bij hem niet zongen, zoals bij die rijke heer; het ging dan toch, vond hij, in de hemel ook niet eerlijk toe, net als op aarde.
Toen zei de heilige Petrus: "Nee vrind, je bent ons net zo lief als al de anderen, en je zult van alle hemelse vreugden genieten net als die rijke meneer, maar kijk es, arme boertjes zoals jij die komen er hier in de hemel elke dag; maar zo'n rijke meneer, die komt er hierboven maar eens in de honderd jaar!"
Помер однажды бедный, честный мужичок, и постучался он в небесные врата. А в это самое время подошел к ним один богатый-пребогатый помещик, он тоже хотел попасть на небо. Загремел святой Петр ключами, открыл Врата и впустил богача; а мужичка, должно быть, и не приметил и захлопнул врата. Услыхал мужичок издали, как тот вельможа в радостях проводит свое время на небе, как поют там и играют.
Наконец все снова затихло, но вот загремел святой Петр ключами, отворил небесные врата и впустил на небо и мужичка. Думал мужичок, что когда он явится, будут тоже петь и играть,- но все было тихо. Его приняли приветливо, его тоже встретили ангелы, но никто не пел. Тогда спросил мужичок святого Петра, почему никто ему не пел, как тому вон богатому вельможе? Видно, и на небесах, как и на земле, все разделено на сословья?
И сказал святой Петр: "Не завидуй ему, ты одинаково любим, как и все остальные, и ты насладишься всеми небесными радостями, как и тот богач; но, видишь ли, такие вот бедные мужички, как ты, попадают на небо каждый день, а такой богатый вельможа за целое столетье лишь раз."