De spijze Gods


God's food


Er waren eens twee zusters. De ene had geen kinderen en was rijk, en de andere had vijf kinderen en was weduwe en ze was zo arm, dat ze geen brood genoeg meer had om haar kinderen te eten te geven. Toen ging zij in haar nood naar haar zuster en zei: "Mijn kinderen lijden met mij de grootste honger; jij bent rijk; geef me wat brood." Maar het schatrijke mens was zo hard als een steen en ze zei: "Ik heb zelf niets in huis," en ze wees haar arme zuster met koude woorden de deur.
Kort daarop kwam de man van de rijke zuster thuis en hij wilde voor zichzelf een stuk brood afsnijden, maar toen hij de eerste snee in het brood deed, vloeide er rood bloed uit. De vrouw zag het, ze schrok en vertelde hem wat er gebeurd was.
Hij snelde erheen om hen te helpen; maar toen hij in de kamer van de arme weduwe kwam, vond hij haar in gebed. Ze had de twee jongste kinderen in haar armen, maar de drie oudste waren gestorven. Hij bood haar aan, haar eten te geven, maar zij antwoordde:
"Naar aards voedsel verlang ik niet meer; drie van hen heeft God reeds voldoende gegeven, en hij zal ons smeken ook verhoren."
Nauwelijks had ze die woorden uitgesproken, of de beide kleinen bliezen de laatste adem uit en daarom brak ook haar het hart en ze zonk dood neer.
There were once upon a time two sisters, one of whom had no children and was rich, and the other had five and was a widow, and so poor that she no longer had food enough to satisfy herself and her children. In her need, therefore, she went to her sister, and said, "My children and I are suffering the greatest hunger; thou art rich, give me a mouthful of bread." The very rich sister was as hard as a stone, and said, "I myself have nothing in the house," and drove away the poor creature with harsh words. After some time the husband of the rich sister came home, and was just going to cut himself a piece of bread, but when he made the first cut into the loaf, out flowed red blood. When the woman saw that she was terrified and told him what had occurred. He hurried away to help the widow and her children, but when he entered her room, he found her praying. She had her two youngest children in her arms, and the three eldest were lying dead. He offered her food, but she answered, "For earthly food have we no longer any desire. God has already satisfied the hunger of three of us, and he will hearken to our supplications likewise." Scarcely had she uttered these words than the two little ones drew their last breath, whereupon her heart broke, and she sank down dead.