忠实的约翰


De trouwe Johannes


很久以前,有个老国王生了重病,当他意识到自己剩下的时间已经不多时,就对身边的人说:"传忠实的约翰进来见我。"忠实的约翰是一个仆人,老国王之所以这样称呼他,是因为他侍候国王很久了,而且非常忠诚可靠,也最受老国王喜爱。 当约翰来到床边时,国王说道:"我忠实的约翰,我知道自己不行了。现在我放不下心的就是我的儿子,他还小,需要良师益友的辅助,除了你,我没有什么好托付的朋友了。如果你不发誓把他应该懂得的东西教给他,做他的干爹,我不能安然瞑目。"听到这些话,约翰说道:"我决不会离他而去,我一定忠实地辅助他,即使献出我的生命也在所不惜。"国王欣然说道:"现在我就放心了。我死后,你领着他把整座王宫的所有房间和库房,包括房子里的所有财宝看一遍。但要注意,有一间房子不能让他进去,就是那间挂有金屋公主画像的房间。如果他进去看了,就会深深地爱上她,并会因此而陷入万劫不复的险境。你千万要负起这个责任来。"当忠实的约翰再一次问老国王发誓以后,老国王安然地躺在枕头上死去了。
老国王被安葬之后,忠实的约翰把老国王临终前的一切嘱托和自己的誓言都告诉了年青的国王,并说道:"我一定会忠实地执行自己的诺言,对你就像对你的父亲一样忠诚不二,即使献出自己的生命也在所不辞。"年青的国王哭泣着说:
"我永远也不会忘记你的忠心。"
丧事办完以后,忠实的约翰对他的小主人说:"现在你应该看看你所继承的财产了,我带你去你父亲的宫殿里看看吧。"接着他引导小主人在王宫上上下下的各个地方都巡视了一遍,让他看过了所有的财富和豪华的房厅,唯独挂着图像的那间房子没有打开。 因为 ,那里面挂着的画像只要门一打开就看得见。 那画像画得实在是太美了,让人看了会有种呼之欲出的感觉,世界上再也没有什么东西比画上的女子更可爱、更美丽了。 年青的国王发现忠实的约翰总是直接走过这间房子,却并不打开房门,就问道:"你为什么不打开这间房子呢?"他回答说:"里面有会使你感到恐惧的东西。"但国王说:"我已把整个王宫看完了,也想知道这里面是什么。"说完,他走上去用力要打开那扇房门,可忠实的约翰拉着他的后背说:"在你父亲临终前我发过誓,无论如何也不能让你走进这间房子,否则你和我都会大难临头的。"年青的国王固执地说道:"对我来说,最大的不幸就是不能进去看看,只要没有进去看,我就会日夜不得安宁,所以你不打开它,我就不走。"
忠实的约翰看到他再怎么劝说,年青的国王就是不肯离去,心里有了不祥的预感,沉重地叹了叹气,从一大串钥匙中找出一片钥匙,打开了这个房子的门。 门一打开,约翰便先走了进去,站在了国王和画像之间,希望能挡着画像不让国王看见,但年青的国王却踮着脚尖从他的肩头看过去,一下子就看到了公主的肖像。 目睹画上穿金戴银的少女如此美丽动人、娇艳妩媚的容貌,他心情激动极了,竟马上倒在楼板上昏了过去。 忠实的约翰赶紧将他扶起,把他抱到他自己的床上,心里一个劲地想:"唉--!不幸已经降临在我们的头上,上帝啊!这可怎么办呢?"
经过努力,国王才好不容易被救醒,但他说的第一句话就是:"那美丽画像上的少女是谁呀?"忠实的约翰回答说:"那是金屋国王女儿的画像。"国王又继续问道:"我太爱她了,就是树上的叶子全部变成我的舌头也难以诉说我对她的爱恋。我要去找她!哪怕是冒着生命危险也要去找她!你是我忠实的朋友,你必须帮助我。"
对于如何来帮助年青的国王,满足他的愿望,约翰思考了很久,最后他对国王说:"据传说,她周围的一切用具都是金子做的:桌子、凳子、杯子、碟子和屋子里的所有东西都是金质的 ,并且她还在不停地寻求新的财宝。 你现在贮藏了许多金子,找一些工匠把这些金子做成各种容器和珍禽异兽,然后我们带着这些财宝去碰碰运气吧。 "于是,国王下令找来了所有技艺高超的金匠,他们夜以继日地用金子赶制各种工艺品,终于把金子都做成了最漂亮的珍玩。忠实的约翰把它们都装上一条大船,他和国王都换上商人的服饰,这样别人也就不可能认出他们了。
一切准备停当后,他们扬帆出海了。 经过昼夜不停的航行,他们终于找到了金屋国王管辖的领地。 船靠岸后,忠实的约翰要国王待在船上等着他回来,他说:"或许我有可能把金屋公主带来,因此,你们要把船内收拾整齐,将金器珍玩摆设出来,整条船都要用它们装饰起来。"接着他把每样金制品都拿了一个放进篮子里,上岸向王宫走去。
当他来到城堡的大院时,看见一口井边站着一个漂亮的少女,她正提着两只金桶在井里打水。 就在少女担着金光闪闪的水桶转过身时,她也看到了这个陌生人,她问他是谁。 他走上前去说道:"我是一个商人。"说罢打开篮子,让她来看篮子里的东西。 少女一看,惊奇地叫道:"嗬!多么漂亮的东西呀!"她放下水桶,把一件又一件金器看过之后说道:"国王的女儿最喜欢这些东西了,应该让她看看,她会把这些全都买下的。"说完,她牵着他的手,把他带进了王宫,因为她是国王女儿的一名侍女,她向卫兵说明情况之后,他们就放行了。
公主看过他带的这些货样后,非常兴奋地说道:"太漂亮了,我要把它们全买下。"忠实的约翰说道:"我只是一位富商的仆人,我带的这些和他放在船上的比根本算不了什么,他那儿还有你从来没有见过的最精致最昂贵的金制工艺品哩!"公主听了之后 ,要他把所有的东西都拿上岸来,但他说道:"要拿的话得要不少天才能卸完,因为太多了,就是把它们放在这儿最大的房间里也放不下呀。"他这一说,公主的好奇心和欲望越发大了,忍不住说道:"带我到你们的船上去吧,我要亲自看看你主人的货物。"
忠实的约翰非常高兴,引着她来到岸边。 当国王看见她时,他觉得自己的心都要跳出嗓子眼了,情不自禁地马上迎了上去。 公主一上船他就引她进船舱去了。 忠实的约翰来到船尾找着舵手,令他马上起航,"张满风帆!"他喊道,"让船在波涛中像鸟儿在空中飞行一样地前进。"
国王把船上的金制品一件一件地拿给公主过目,其中有各种各样的碟子、杯子、盆子和珍禽异兽等等。 公主满心欢喜地欣赏着每一件艺术珍品,一点也没有察觉船离岸起航。 几个小时过去了,在看完所有的东西后,她很有礼貌地对这个商人表示了谢意,说她应该回家了。 可当她走出船舱、来到船头时,才发现船早已离岸,此刻船正张满风帆在茫茫大海上飞速航行。 公主吓得尖声叫道:"上帝啊!我被诱骗了,被拐走了,落进了一个流动商贩的掌握之中,我宁可死去。"但国王却拉着她的手说道:"我不是一个商人,我是一个国王,和你一样出身于王室。用这种蒙骗你的方法把你带出来,是因为我非常非常地爱你。当第一次看到你的画像时我就情不自禁地昏倒在地上。"金屋公主听完后,这才放下心来。 经过交谈了解,她很快也倾心于他,愿意嫁给他做妻子了。
但就在他们在茫茫大海上航行之时,却发生了这样一件事情。 这天,忠实的约翰正坐在船头吹奏他的长笛,突然看见三只渡鸦在天空中向他飞过来,嘴里不停地叽叽喳喳。 约翰懂得鸟语 ,所以,他马上停止吹奏,留心听着渡鸦之间的对话。 第一只渡鸦说:"他去了!他赢得了金屋公主的爱,让他去吧!"第二只渡鸦说:"不!他这一去,仍然得不到公主。"第三只渡鸦说:"他这一去,一定能娶她,你们看他俩在船上并肩在一起的亲热样子吧!"接着第一只渡鸦又开口说道:"那对他有什么用?不信你就看吧,当他们登上岸后,会有一匹红棕色的马向他跑来。看到那匹马,他肯定会骑上去。只要他骑上那匹马,那马就会载着他跳到空中去,他就再也别想看到他的爱人了。"第二只渡鸦接着说道:"正是这样!正是这样!但有什么办法吗?"第一只渡鸦说:"有,有!如果有人坐上那匹马,抽出插在马鞍里的匕首把马刺死,年青的国王才能得救,可有谁知道呢?就是有人知道,谁又会告诉他呢?因为只要他将此事告诉国王,并因此而救了国王的命,那么,他的腿从脚趾到膝部整个都会变成石头。"第二只渡鸦说:"正是这样,正是这样!但我还知道别的哩!尽管那马死了,国王还是娶不到新娘。因为当他们一起走进王宫时,就会看到睡椅上有一套新婚礼服,那套礼服看起来就像用金子和银子编织而成的,其实那都是一些硫磺和沥膏。只要他穿上那套礼服,礼服就会把他烧死,一直烧到骨髓里面去。"第三只渡鸦说道:"哎呀呀!难道就没救了吗?"第二只渡鸦说:"哦!有,有!如果有人抢上前去,抓起礼服把它们扔进火盆里去,年青的国王就得救了。但那有什么用呢?要是有谁知道,并告诉了这个人,他按这种办法救了国王,那他的身体从膝盖到胸部都会变成石头,谁又会这样干呢?"第三只渡鸦又说道:"还有,还有!我知道的还要多一些哩!即使礼服被烧掉了,但国王仍然娶不成新娘。因为,在结婚典礼之后,当舞会开始时,只要年青的王后上去跳舞,她马上会倒在地上,脸色苍白得像死人一样。不过,这时要是有人上前扶起她,从她的右乳房中吸出三滴血,她才不会死去。但要是有谁知道这些,又将这个方法告诉某个人,这个人按这个方法救了新娘,那他的身体从脚尖到头顶都会变成石头。"接着,渡鸦拍着翅膀飞走了。 忠实的约翰已听懂了一切,他开始犯愁了,可他并没有把他听到的事情告诉他的主人。 因为他知道如果告诉了他,他一定会舍生救自己,最后他自言自语地说:"我一定要忠实地执行我的诺言,那怕付出自己的生命也要救我的主人。"
在他们上岸后,渡鸦的预言应验了,岸边突然跳出一匹神俊的红棕色马来,国王喊道:"快看,他一定会把我们送到王宫去的。"说完就要去上马。 说时迟,那时快,忠实的约翰抢在他之前骑上马,抽出匕首把马杀死了。 国王的其他仆人原来就对他很嫉妒,这一来,他们都叫道:"他杀死送国王回宫的骏马,太不像话了!"但国王却说道:"让他去做吧,他是我忠实的约翰,谁知道他这样做不是为了有好的结果呢?"
当他们来到王宫,看见有间房子的靠椅上放着一套漂亮的礼服,礼服闪烁着金色和银色的光芒。 年青的国王走上前去准备把它们拿起来,但忠实的约翰却把它们一把抓过,扔进火里烧掉了。 其他的仆人又咕哝着说:"看吧,现在他又把结婚礼服给烧掉了。"但国王还是说道:"谁知道他这么做是为了什么呢?让他做吧!他是我忠实的仆人约翰。"
结婚盛典举行后,舞会开始了,新娘一走进舞场,约翰就全神贯注地盯着她的脸,突然间 ,新娘脸色苍白,就像死了一样倒在地上。 约翰迅速地弹身向她跃去,将她挟起,抱着她来到内室一张靠椅上,从她的右乳房中吸出了三滴血。 新娘又开始呼吸,并活了过来。 但年青的国王看到了全部过程,他不知道忠实的约翰为什么要这样做,只是对他的胆大妄为非常气愤,便下令说道:"把他关到牢房里去。"
第二天上午,忠实的约翰被押出牢房,推到了绞刑架前,面对绞刑架,他说道:"在我死之前,我可以说件事吗?"国王回答说:"准许你的请求。"于是,约翰将在海上听到渡鸦的对话以及他如何决心救自己主子的全部经过都说了出来,最后他说道:"我现在受到了错误的判决,但我自始至终都是忠实而真诚的。"
当听完约翰的叙述,国王大声呼喊道:"哎呀!我最忠实的约翰!请原谅我!请原谅我!快把他放下来!"但就在忠实的约翰说完最后一句话之后,他倒下去变成了一块没有生命的石头。 国王和王后趴在石像上悲痛不已,国王说道:"天哪!我竟然以这种忘恩负义的方法来对待你的忠诚呀!"他令人将石像扶起,抬到了他的卧室,安放在自己的床边,使自己能经常看到它、哀悼它。 他对石像说:"唉--!我忠实的约翰,但愿我能让你复活!"
过了一年,王后生下了两个双胞胎儿子,看着他们慢慢长大,她心里高兴极了。 有一天,她去了教堂 ,两个儿子和国王待在王宫里。 小家伙到处玩耍,国王对着石像唉声叹气,哭泣着说道:"唉,我忠实的约翰,但愿我能够让你复活!"这一次,石像竟开始说话了,它说道:"国王啊!要是你为我能舍弃你最亲爱的人儿,就能让我复活。"国王一听,坚定地说道:"为了你,我愿付出世界上的任何东西。""既然这样,"石像说道,"只要你砍下你两个孩子的头,将他们的血洒在我身上,我就会复活了。"听到这里,国王马上震惊起来,但他想到忠实的约翰是为他而死去的,想到他对自己忠心耿耿、誓死如归的高尚品行,便站直身来,拔出佩剑,准备去砍下他两个孩子的头,将他们的血洒在石像上。 但就在他拔出佩剑的一刹那,忠实的约翰复活了,他站在国王的面前,挡住了他的去路,说道:"你的真心诚意应该得到报答。"两个孩子仍欢蹦活跳、喧闹嘻戏着,就像什么事也没有发生过一样。
国王满心欢喜。 当他看到王后回来了,就想试一试她。 他把忠实的约翰和两个儿子藏进了一个大衣橱里面。 当走她进房子后,他对她说:"你去教堂祈祷了吗?"王后回答:"是的,我总是思念着忠实的约翰,想着他对我们的忠诚。"国王说道:"亲爱的夫人,我们能够使约翰复活,但必须以我们小儿子的死作代价,要救他就得舍去他们。"王后听了大吃一惊,脸唰地变得毫无血色,但她仍坚定地说道:"只好这样了,没有他无私的忠心与真诚,就没有我们的今天,没有我们的小孩。"国王欣喜若狂地欢呼起来,因为妻子和自己的想法完全一样。 他马上跑去打开衣橱,把两个孩子和忠实的约翰放了出来,说道:"上帝也会为此而感到骄傲!他又和我们在一起了,我们的儿子也安然无恙。"接着他把全部经过告诉了她,大家高高兴兴欢地欢聚一堂,生活又充满了幸福和快乐。
Er was eens een oude koning, die ziek was geworden en dacht: dat kon wel eens een sterfbed worden, waar ik op lig. Toen vroeg hij: "Laat de trouwe Johannes bij mij komen." De trouwe Johannes was zijn liefste dienaar en heette zo, omdat hij hem zijn leven lang trouw geweest was. En toen deze aan het bed kwam, zei de koning tegen hem: "Trouwe Johannes; ik voel dat mijn einde nadert, en dan heb ik geen andere zorg dan voor mijn zoon: hij is nog zo jong dat hij nog niet voor zichzelf kan zorgen; en als u mij niet belooft, hem te onderrichten in alles wat hij weten moet, als u zijn pleegvader niet wilt zijn – dan kan ik de ogen niet rustig sluiten." Toen antwoordde de trouwe Johannes: "Ik zal hem niet verlaten en hem trouw dienen; al ging het om mijn leven." Toen zei de oude koning: "Nu sterf ik getroost en in vrede." En hij sprak verder: "Na mijn dood moet u hem het hele slot laten zien; alle kamers, zalen en gewelven, en alle schatten die er zijn; maar de laatste kamer in de lange gang, die moet u hem niet tonen; waar de beeltenis staat van de prinses van het Gouden Dak. Als hij dat beeld zou zien, zou hij in hevige liefde voor haar ontbranden; hij zou bewusteloos neervallen en om harentwille in groot gevaar komen; daarvoor moet u hem behoeden." En toen de trouwe Johannes de koning nog eens de hand daarop gegeven had, werd deze stil, legde zijn hoofd op het kussen en stierf.
Toen de oude koning ten grave gedragen was, vertelde de trouwe Johannes aan de jonge koning, wat hij zijn vader op zijn sterfbed had beloofd; en hij zei: "Die belofte zal ik zeker houden, en u trouw zijn, zoals ik ook hem trouw ben geweest – al ging het om mijn leven." De rouwtijd ging voorbij; toen sprak de trouwe Johannes tot hem: "Nu is het tijd dat u uw erfgoed ziet; ik wil u het vaderlijk slot tonen." Hij leidde hem nu overal rond, in zolders en kelders; en liet hem al de rijkdommen en de prachtige zalen zien, alleen dat ene vertrek deed hij niet open, daar stond het gevaarlijke beeld in. Maar het was zo opgesteld, dat zodra de deur openging, het oog erop vallen moest, en het was zo, dat het scheen te leven; en het was of er op de hele wereld niets mooiers en lieflijkers was. Maar de jonge koning merkte wel, dat de trouwe Johannes steeds die ene deur oversloeg; en hij zei: "Waarom wordt deze deur nooit geopend?" - "Daar is iets," antwoordde hij, "waar u voor terugschrikt." Maar de koning zei weer: "Ik heb nu het hele slot gezien, nu wil ik ook weten wat daar in is," en hij liep er heen en wilde de deur met geweld openstoten. Daarvan weerhield de trouwe Johannes hem en hij zei: "Ik heb je vader voor zijn dood beloofd je ervan te weerhouden om te kijken wat er in die kamer is; voor u en voor mij zou het einde een groot ongeluk zijn." - "Neen," zei de jonge koning, "als ik daar niet in mag, dan is het nog veel erger, dag en nacht zou ik onrustig zijn, tot ik het met eigen ogen gezien had. Nu blijf ik hier tot u mij toegang geeft."
Toen zag de trouwe Johannes in, dat er niets aan te veranderen was, en hij zocht, bezwaard van hart en onder diepe zuchten, de sleutel in de grote bos. Terwijl hij de deur opende, trad hijzelf meteen het eerst naar binnen, en hoopte nog het beeld te bedekken zodat de koning het niet zag; maar wat gaf dat? De koning ging op de tenen staan en keek over zijn schouder naar binnen. En toen hij het beeld ontdekte, dat zo heerlijk was en blonk van goud en edelstenen, toen viel hij bewusteloos neer. De trouwe Johannes hief hem op, droeg hem naar zijn bed en dacht vol zorg: "Nu is het ongeluk gebeurd; wat zal er nu van ons worden?" Toen sterkte hij hem met een teug wijn, zodat hij weer bijkwam. Het eerste wat hij zei, was: "Wie is dat prachtige beeld?" - "Dat is de prinses van het Gouden Dak," antwoordde de trouwe Johannes. Toen zei de koning weer: "Ik heb zo'n grote liefde voor haar opgevat, dat alle bladeren van alle bomen het niet konden zeggen als ze spreken konden; mijn leven zet ik in, om haar te krijgen. Mijn trouwste Johannes, u moet me helpen."
De trouwe dienaar peinsde er geruime tijd over, hoe hij deze moeilijkheden moest aanvatten, want het was al moeilijk om haar persoonlijk te naderen. Eindelijk had hij er wat op gevonden; en hij zei tegen de koning: "Alles wat ze aan en om zich heeft is van goud: tafels, stoelen, schotels, bekers, kommen en alle huisraad; in uw schatkamers liggen vijf tonnen goud, laat één van de beste goudsmeden dit bewerken tot allerlei vaatwerk en gereedschappen, vogels en wilde en wonderbaarlijke dieren, we willen daarmee op reis gaan en ons geluk beproeven." De koning beval, dat alle goudsmeden ontboden zouden worden; zij moesten dag en nacht werken, tot eindelijk de heerlijkste voorwerpen klaar waren. Alles werd in een schip geladen; toen trok de trouwe Johannes een koopmanspak aan, en de koning moest dat ook doen, om niet herkend te worden. Dan voeren ze over zee en voeren zo lang, tot ze in de stad kwamen waar de koningsdochter van het Gouden Dak woonde.
De trouwe Johannes liet de koning op 't schip blijven en op hem wachten. "Misschien," sprak hij, "breng ik de prinses mee, zorg dus dat alles klaar is, laat al het gouden vaatwerk neerzetten en zorg, dat het hele schip versierd is." Nu stopte hij in zijn voorschoot allerlei gouden dingetjes, ging aan land en recht toe recht aan naar 't paleis. Toen hij op het voorplein kwam, stond daar bij de fontein een lief meisje, ze had twee gouden emmers in de hand en putte water. Terwijl zij het blinkende water weg wilde dragen, draaide zij zich om, zag de vreemde man en vroeg, wie hij was. Toen antwoordde hij: "Ik ben een koopman" en opende zijn voorschoot en liet haar even kijken. Daar riep zij uit: "O wat een beeldige dingen, allemaal van goud!" zette de emmer neer en bekeek het stuk voor stuk. "Dat moet de prinses zien," ging ze voort, "die houdt zo van alles wat van goud is, dat ze zeker alles van je zal kopen." Ze nam hem bij de hand en bracht hem naar boven, want zij was de kamenier. De prinses bekeek de gouden dingetjes, was er verrukt over en zei: "Het is zo mooi gemaakt, ik wil alles kopen." Maar de trouwe Johannes sprak: "Ik ben maar de knecht van een rijke koopman; wat ik hier bij me heb is nog niets, bij alles wat mijn heer in zijn schip heeft; en dat is het kunstigste en het kostelijkste, wat ooit in goud is gemaakt." Ze wilde dat alles bij haar gebracht zou worden, maar hij zei: "Daar zouden vele dagen voor nodig zijn, zo groot is de schat; en zoveel zalen om het op te stellen, dat dit huis niet eens groot genoeg is." Toen werd haar nieuwsgierigheid en lust nog meer geprikkeld, zodat ze eindelijk zei: "Breng mij dan naar het schip, ik wil er zelf ingaan en de schatten van je meester bekijken."
Nu bracht de trouwe Johannes haar naar het schip en hij verheugde zich over 't slagen van zijn list; en de koning - die zag dat zij nog veel mooier was dan het beeld; en hij dacht dat zijn hart van vreugde zou barsten. Zij kwam aan boord, de koning bracht haar naar binnen, de trouwe Johannes echter bleef aan dek bij de stuurman en liet de trossen losgooien. "Alle zeilen hijsen," zei hij, "zodat 't schip vliegt als een vogel door de lucht." De koning binnen toonde haar het gouden vaatwerk, stuk voor stuk, de schotels, de bekers, de kommen, de vogels en al de wonderbaarlijkste dieren. Uren gingen voorbij terwijl ze alles bekeek, en in haar blijdschap merkte ze niet dat het schip was gaan varen. Toen ze 't laatste bekeken had, bedankte ze de koopman en wilde weer naar huis, maar aan dek gekomen zag ze dat ze ver van land op hoge zee voeren en met volle zeilen voortijlden. "O!" riep ze verschrikt, "ik ben bedrogen, ik ben ontvoerd en in de macht van een koopman geraakt; ik kan beter sterven!" De koning echter vatte haar bij de hand, en zei: "Een koopman ben ik niet, ik ben een koning en niet minder van geboorte dan u; maar dat ik u met list geschaakt heb, dat is uit overmaat van liefde gebeurd. De eerste maal dat ik uw beeld gezien heb, ben ik bewusteloos neergestort." Toen de prinses van het Gouden Dak dat hoorde, troostte ze zich, haar hart sprak voor hem, zodat ze graag erin toestemde zijn vrouw te worden.
Eens op een keer toen zij midden op zee voeren, zat de trouwe Johannes op de voorsteven en speelde een deuntje; daar zag hij in de lucht drie raven, die naar hem toe kwamen vliegen. Hij hield op met spelen en luisterde wat zij tegen elkaar zeiden, want hij kende de vogeltaal. De ene riep: "Kijk, die trouwt de prinses van 't Gouden Dak." - "Ja," kraste de tweede, "maar ze zijn er nog niet." En de derde: "Jawel, ze is al bij hem in 't schip." Toen begon de eerste weer en riep: "Geeft dat wat? Zodra ze aan land komen, zal hem een vuurrood paard tegemoet springen; daar zal hij zich op willen zetten; doet hij dat, dan gaat het paard er met hem vandoor en door de lucht, zodat hij de prinses nooit weer ziet." Dan de tweede: "Is er geen redding mogelijk?" - "Jawel, als een ander snel opstijgt, de pistool uit de halster haalt en 't paard doodschiet. Dat is de redding van de jonge koning. Maar wie weet dat? en wie het weet en 't hem zegt, die wordt van steen, van de voetzool tot de knie!" Toen zei de tweede: "Ik weet nog wat! Als 't paard dood is, dan krijgt de koning zijn bruid nog niet; als ze samen bij 't kasteel komen, ligt er een prachtig bruidshemd klaar in de hal, 't ziet er uit als van goud en zilver, maar dat is in werkelijkheid zwavel en pek; wie het aandoet verbrandt tot 't merg in zijn knokkels." De derde zei: "Is dan geen redding mogelijk?" - "Jawel," zei de tweede, "als iemand 't hemd met handschoenen opneemt en 't in 't vuur werpt en 't verbrandt – dat is de redding van de jonge koning. Maar wat geeft dat? wie het weet en 't hem vertelt, die wordt van steen, van de knie tot het hart." Toen sprak de derde: "Ik weet nog wat! Al verbrandt het hemd, dan krijgt de koning zijn bruid nog niet: als na de bruiloft het bal begint, en de jonge koningin zal dansen, zal ze opeens verbleken en voor dood neervallen; als iemand haar niet opneemt en uit haar rechter borst drie druppels bloed zuigt en die weer uitspuwt, dan sterft ze. Wie het verraadt en 't hem vertelt, die wordt van steen van hart tot hoofd." Toen de raven dat samen gekrast hadden, vlogen ze weg, en de trouwe Johannes had alles goed begrepen, maar daarna werd hij stil en treurig; want als hij verzweeg wat hij gehoord had, kwam er ongeluk over zijn meester; vertelde hij het hem, dan kostte 't hem zijn leven. Eindelijk echter zei hij bij zichzelf: "Mijn koning zal ik redden, al moest ik sterven."
Zij kwamen eindelijk aan land. Het gebeurde als de raaf had voorspeld; er kwam een prachtig paard aangesprongen, rood als een vos. "Welaan," zei de koning, "hij moet mij naar 't kasteel rijden," en hij wilde opstijgen. Maar de trouwe Johannes drong hem opzij, zwaaide zich in 't zadel, trok 't pistool uit de halster en schoot het paard neer. De andere dienaren die de trouwe Johannes niet goed zetten konden, riepen luid: "Wat een schande, zo'n prachtig dier te doden, dat de koning naar 't kasteel zou rijden!" Maar de koning zei: "Zwijg, laat hem begaan, hij is mijn trouwe Johannes, wie weet waar het goed voor was!" Nu gingen zij naar 't kasteel, en daar lag in de hal een prachtig bruidshemd, en het leek geheel van goud en zilver. De jonge koning liep erheen en wilde 't aanpakken, maar de trouwe Johannes schoof hem terzijde, pakte 't zelf met handschoenen aan en gooide 't op 't vuur en liet 't verbranden. De andere dienaren spraken er weer schande van en zeiden: "Kijk, nu verbrandt hij het eigen bruidskleed van de koning." Maar de jonge koning zei: "Wie weet waar het goed voor was, laat hem begaan, hij is mijn trouwe Johannes!" Nu werd de bruiloft gevierd; het bal begon, de bruid trad binnen. De trouwe Johannes hield haar in 't oog en keek naar haar gezicht. Opeens verbleekte zij en viel voor dood neer. Toen sprong hij snel naar haar toe, tilde haar op en droeg haar naar een zijvertrek; daar legde hij haar neer, knielde en zoog drie bloeddruppels uit haar rechter borst en spuwde ze uit. Weldra begon ze weer te ademen en kwam weer bij, maar de koning had het ook gezien en wist niet wat de reden van deze daad van de trouwe Johannes was; hij werd boos en riep: "In de gevangenis met hem!" De volgende morgen werd de trouwe Johannes veroordeeld en naar de galg geleid; en toen hij op de ladder stond en de strop om de hals zou krijgen, sprak hij: "Ieder die sterven moet, mag vóór zijn dood nog éénmaal spreken; kan ik dat recht ook verkrijgen?" - "Ja," antwoordde de koning, "het is u vergund." Toen zei de trouwe Johannes: "Onrechtvaardig ben ik veroordeeld, en ik ben u altijd trouw geweest." En hij vertelde hoe hij op zee het gekras van de raven had gehoord en verstaan en hoe hij, om zijn meester te redden, alles had moeten doen zoals hij het gedaan had. Toen riep de koning: "O mijn trouwe Johannes. Vergeving! Vergeving! Breng hem weer hier!" Maar de trouwe Johannes was bij het laatste woord dat hij gesproken had, dood gevallen en was versteend.
De koning en de koningin hadden daar groot verdriet van, en de koning zei: "O, wat heb ik deze grote trouw slecht beloond!" en hij liet 't stenen beeld naar 't kasteel brengen en naast zijn bed neerzetten. Elke keer als hij het zag, begon hij te huilen en zei: "Kon ik je maar weer levend maken, mijn trouwe Johannes!" Toen begon de steen te spreken en zei: "Ja, u kunt mij weer levend maken; als u ervoor over hebt het liefste wat u bezit." De koning riep: "Alles wat ik op de wereld heb, wil ik afstaan voor u!" Het stenen beeld zei weer: "Houw eigenhandig uw beide kinderen 't hoofd af; besprenkel mij met hun bloed, dan ben ik behouden." De koning schrok toen hij hoorde dat hij zijn liefste kinderen zelf moest doden; maar hij dacht aan de onwankelbare trouw, waarmee Johannes voor hem de dood was ingegaan. Hij trok zijn zwaard en sloeg eigenhandig zijn beide kinderen 't hoofd af. Maar toen hij met hun bloed het stenen beeld besprenkeld had, keerde bij hem het leven terug, en de trouwe Johannes stond weer gezond in levenden lijven voor hem. Hij zei tegen de koning: "Uw trouw zal niet onbeloond blijven." En hij nam de kinderhoofdjes, zette die weer op hun lichamen en bestreek de wonde met hun eigen bloed. Daarvan werden ze op 't zelfde ogenblik gezond, ze sprongen op en speelden weer verder, alsof er niets gebeurd was. Nu was de koning overmatig blij; en toen hij de koningin zag aankomen, verborg hij de trouwe Johannes en de beide jongens in een grote kast. Toen ze binnentrad, sprak hij: "Ben je gaan bidden in de kerk?" - "Ja," zei ze, "en ik heb voortdurend aan de trouwe Johannes gedacht; dat hij door ons toedoen zo ongelukkig is geworden." Toen zei hij: "Lieve vrouw, wij kunnen hem tot 't leven terugbrengen, maar dat gaat alleen ten koste van onze zoontjes, die moeten wij offeren." De koningin verbleekte en schrok tot diep in haar hart, maar toch zei ze: "Dat zijn wij hem verschuldigd ter wille van zijn grote trouw." Hij was blij dat zij net zo gedacht had als hijzelf; hij trad op de kast toe en ontsloot die, hij haalde er de kinderen en de trouwe Johannes uit en sprak: "God zij geprezen, Johannes is verlost en onze zoontjes zijn ook weer in 't leven teruggekeerd." En hij vertelde haar hoe alles was gebeurd. Toen leefden zij tezamen in groot geluk tot aan hun einde.