知恵者のグレーテル


Slimme Grietje


昔、グレーテルという名前の料理人がいました。グレーテルはかかとの赤い靴を履いていて、それででかけるときはいつもあっちこっちとまわってみて、(私ってなんてきれいなの)と思いました。家に帰るととても嬉しいのでワインを一口飲み、そうすると食欲が出てくるので、自分が料理したものの一番いいものを味わい、お腹がいっぱいになって、「料理人って食べ物の味を知らなくちゃいけないのよ」と言っていました。
ある日、主人がグレーテルに言いました。「グレーテル、今晩お客が来るから、ニワトリを二羽おいしく料理しておいてくれ」「はい、わかりました、ご主人さま」とグレーテルは答えました。ニワトリを殺し、湯通しして羽根をむしり、串にさして、夕方になってきたので、丸焼きにするため火にかけました。ニワトリは茶色になり始めほぼできあがりましたが、お客はまだ着いていませんでした。
グレーテルは主人に呼びかけました。「お客さんがこないんなら、ニワトリを火からおろさなくちゃいけないんだけど。すぐ食べないともったいないわ、今ちょうど汁気があって一番おいしいところなのよ」
主人は「そうだな、おれが走ってお客をつれてこよう」と答えました。
主人が背を向けるとすぐ、グレーテルはトリの串をわきにおろして、(火のそばにこうして立っていたら、汗が出て喉が渇いたわ。主人たちはいつ戻るかわからないのよ。その間に地下室にひとっ走りして一杯飲もうっと。)と思いました。そこでグレーテルは駆け下りて、ジョッキを口に持ち上げ、「グレーテル、あなたを祝して」と言って、ぐいっと飲みました。(ワインはつながって喉を流れなくっちゃ、途切れたらだめよね)と考え、またグィグィとたっぷり飲みました。
そうして出て行ってニワトリをまた火にかけ、バターを塗り、ご機嫌で串を回しました。ところが、焼けた肉がとてもよい匂いだったので、グレーテルは(しくじっているかもしれないわ。味見してみなくちゃ!)と思いました。肉を指で触って、「まあ、とてもよくできてるわ。本当にすぐ食べなくっちゃもったいないこと。」と言いました。窓に走っていき、主人がお客と一緒にこないかと見ましたが、誰も見えませんでした。トリのところに戻って、(手羽の片方がこげてる!そこはとって私が食べた方がいいわ。)と考えました。そこでグレーテルは手羽のところを切りとって食べ、おいしく味わいました。
食べ終わると、(もう一つの手羽も食べなくちゃ。そうしないとだんなが何か足りないと気づくもの。)と思いました。二つの手羽を食べてしまうと出て行って主人を探しましたが、見えませんでした。するとふいに(ひょっとして、二人はまるきり来ないのかもしれない。どこかよそへ行ったのかも?)という気がしてきました。
そこでグレーテルは「やあ、グレーテル、楽しくやれよ、一羽のトリはもう包丁を入れ傷つけた、もう一杯飲んで、そいつをまるまる食べちまえ、食べたら気が休まるだろ。神様の素晴らしい贈り物をなんでむだにする?」と言いました。そこでグレーテルはまた地下室に駆け込んで、ゴクゴクとすごい飲みっぷりで一杯飲み、大喜びしながらトリを一羽平らげました。一羽食べてしまっても主人はまだ帰ってきませんでした。グレーテルはもう一羽の方を見て、「一羽がいるところにもう一羽もいなくちゃね。二羽で一組だもの。一方に正しいことはもう一方にも正しいものよ。もう一杯飲んでも悪くないわね」そこでたっぷりもう一杯やって二つめのトリを一つめのトリに仲間入りさせました。
グレーテルがちょうどおいしく食べているとき、主人が帰ってきて、「グレーテル、急いでくれ、お客がおれのすぐあとに来るんだ!」と叫びました。「はい、すぐお出しします。」とグレーテルは答えました。その間に主人は食卓の支度がきちんと準備されているか見に行き、トリを切るのに使う大きな包丁をとって階段で研ぎ始めました。
まもなくお客が来て、礼儀正しく丁寧に玄関の戸をたたきました。グレーテルは走って誰が来たか見に行き、お客を見ると、指を唇にあて、「しーっ!しーっ!速く逃げて。主人が見つけたら、大変よ。主人はあなたを夕食に招いたけれど、本当はあなたの両耳をそぎとるつもりなのよ。ほら、その包丁を研ぐ音が聞こえるでしょ?」お客は研ぐ音が聞こえたので、大急ぎで階段を下りて逃げていきました。
グレーテルはのほほんとしていませんでした。喚きながら主人のところへ駆けて行き、「ご立派なお客様を招いたこと!」とどなりました。「はぁ、グレーテル、どういうことだね?」「ええ!」とグレーテルは言いました。「出そうとしていたトリを皿から二羽ともとって、持ち逃げしたんですよ!」「そりゃうまいことをやったな!」と主人は言って、みごとなトリを惜しみました。「ああ、おれに一羽だけでも残しておいてくれたら、おれも食べることができたのに。」
主人はお客を、待ってくれ、と呼びましたが、お客は聞こえないふりをしました。それで主人はまだ包丁を手に持ったまま、追いかけて、「一つだけ、一つだけ」と叫びました。二羽とも持っていかないで一羽は残しておいてくれ、という意味です。ところが、お客は、耳を一つだけ、と言っているものとしか思いませんでした。それでお客は、両耳ともしっかり家に持ち帰ろうとして、尻に火がついているかのように駆けていきました。
Er was eens een keukenmeid, en die heette Grietje. Ze droeg schoenen met rode hakken en als ze daarmee uitging, dan draaide ze zich om en om, was heel vrolijk en dacht: je bent toch een knap meisje. En als ze dan weer thuis kwam, dronk ze uit pure vrolijkheid nog een slok wijn; en omdat wijn dan weer hongerig maakt, probeerde ze het beste dat ze koken kon, zo lang tot ze volop had en zei: "Een keukenmeid moet weten hoe het eten smaakt!"
Nu gebeurde het, dat haar meester eens tegen haar zei: "Grietje, vanavond komt er een gast, maak me eens twee kippen klaar." - "Goed meneer," zei Grietje. En ze nam twee kippen, plukte ze, broeide ze, stak ze aan 't spit en bracht ze tegen de avond voor 't vuur, om ze te braden. De kippen begonnen al bruin en gaar te worden, maar de gast was nog niet verschenen. Toen riep Grietje haar mijnheer: "Als die gast nu niet komt, dan moet ik de kippen afzetten, maar 't is zonde en jammer, als ze niet meteen opgegeten worden, ze zijn nu knappend en mals en sappig." Mijnheer zei: "Ik zal zelf even de gast gaan halen."
Toen mijnheer zijn hielen gelicht had, legde Grietje het spit met de kippen eraan opzij en dacht: "Zolang bij 't vuur staan, maakt een mens warm en dorstig. Wie weet wanneer ze eindelijk komen! Ondertussen spring ik de kelder in en haal een teugje." Ze liep naar beneden, zette de kruik onder 't vat, zei: "Wel bekome het je, Grietje!" en nam een flinke teug. "Wijn hangt aaneen," zei ze weer. "Het is niet goed, 't af te breken" en ze nam nog een flinke teug. Dan ging ze weer naar boven, zette de kippen weer voor het vuur, bestreek ze nog eens met boter en liet het spit lustig draaien. Maar het rook zo heerlijk en Grietje dacht: "Er zou iets kunnen mankeren: ik moet even proeven" en ze likte haar vinger af en zei: "O, wat zijn die kippen heerlijk! Het is zonde en schande, dat ze op 't ogenblik niet gegeten worden!"
En ze liep naar 't venster of meneer er nog niet aan kwam met zijn gast, maar zij zag niemand: en ze ging weer naar de kippen en dacht: "straks verbrandt die ene vleugel, ik moest hem maar liever opeten." Dus sneed ze de vleugel af en at die op, en 't smaakte kostelijk, en toen ze ermee klaar was, dacht ze: "De andere moet er ook af, anders merkt meneer, dat er iets weg is." Toen ze de twee vleugels op had, ging ze weer naar het raam, keek uit naar mijnheer en ze zag hem niet. "Wie weet," zo schoot haar ineens te binnen, "wie weet of ze komen helemaal niet en zijn ergens anders heen gegaan."
Toen zei ze: "Hè, Grietje, wees nu verstandig, die ene kip is toch aangesneden, neem nog een flinke teug en eet hem helemaal op, als hij op is heb je pas rust: waarom moet zo'n kostelijk kipje verbrand worden?" Zo liep ze nog eens naar de kelder, nam een eerbare dronk, en at de ene kip met alle plezier op. Ze had nu de ene kip helemaal op en nog altijd was mijnheer niet terug. Maar nu keek ze de andere kip erop aan en zei: "Waar de één is, moet de ander ook zijn; die twee kippen horen bij elkaar: wat voor de één goed is, is evenzeer goed voor de ander, ik geloof, als ik nog eens een versterkende teug nam, dan kon niets me deren." Dus nam ze nog een hartversterkende dronk en liet toen de tweede kip weer naar de eerste lopen.
Ze zat nog te eten, toen mijnheer binnenkwam en zei: "Gauw, Grietje, de gast komt dadelijk." - "Ja, mijnheer ik ben al bezig," antwoordde Grietje. Intussen keek mijnheer toe of de tafel al gedekt was, nam het voorsnijmes om de kippen mee te snijden, en wette het nog eens in de gang. Nu kwam de gast; hij klopte bescheiden en keurig aan de voordeur. Grietje liep erheen en keek, wie er was, en toen ze de gast zag, legde ze haar vinger op haar mond en zei: "Stil! Stil! ik raad u aan: maak dat u wegkomt; want als mijnheer u ziet, dan bent u erbij: hij heeft u wel uitgenodigd voor 't avondeten, maar hij is van plan, u allebei uw oren af te snijden! Hoort u hem 't mes al slijpen?"
De gast hoorde het wetten van het mes en liep wat hij lopen kon de stoep af. Grietje was ook niet lui en liep huilend naar mijnheer en riep: "Daar hebt u me een mooie gast uitgenodigd!" - "Hoezo Grietje? wat bedoel je daar mee?" - "Ja," zei ze, "hij heeft me allebei de kippen - ik wou ze net opdoen - van de schotel genomen en is ermee weg!" - "Dat is ook wat moois!" zei mijnheer, en het speet hem zo van de mooie kippen, "had hij er dan tenminste één overgelaten, dat ik ook nog wat te eten had!"
Hij riep hem na, dat hij even wachten moest, maar de gast deed of hij niets hoorde. Dan liep hij achter hem aan, altijd nog dat mes in z'n hand, en hij schreeuwde "Eén maar, één maar!" en daarmee bedoelde hij, dat de gast bij hem één kip laten zou en ze niet alle twee meenemen; maar de gast dacht niet anders of hij moest één van z'n beide oren bij hem laten, en hij liep of er vuur onder hem brandde, om ze allebei veilig thuis te brengen.