Den underlige spillemand


De wonderlijke speelman


Der var en gang en spillemand, som gik ganske alene gennem en stor skov. Han gik i sine egne tanker, men til sidst begyndte han at kede sig og tænkte: "Tiden falder mig alligevel lidt lang nu. Jeg vil se, om jeg ikke kan få fat på en kammerat." Han tog så sin violin og begyndte at spille, så det klang gennem skoven. Lidt efter kom en ulv travende gennem krattet. "Den har jeg rigtignok ikke længtes efter," tænkte spillemanden, da han så den, men ulven sagde: "Hvor du dog spiller dejligt, spillemand, den kunst ville jeg rigtignok gerne lære." - "Det er nemt nok," svarede spillemanden, "men så må du gøre alt, hvad jeg siger." - "Jeg vil adlyde dig som en lærling sin mester," svarede ulven. Spillemanden sagde så, at den skulle følge med ham, og da de havde gået en lille tid, kom de til en gammel eg, der var hul og helt revnet. "Hvis du vil lære at spille, skal du lægge dine poter i denne revne," sagde spillemanden. Ulven gjorde det, men spillemanden tog hurtig en stor sten og klemte træet så fast sammen, at ulven ikke kunne slippe løs. "Vent der, til jeg kommer tilbage," sagde han, og gik sin vej.
Er was eens een wonderlijke speelman die moederziel alleen door een bos liep en een beetje aan dit en een beetje aan dat liep te denken en toen er niets meer was om over na te denken, zei hij bij zichzelf: "De tijd valt mij lang hier in het bos, ik moet zien een goede makker te krijgen." Toen nam hij zijn viool van zijn rug en fiedelde er op los dat het door het hele bos weerklonk. Het duurde niet lang, of er kwam een wolf door het struikgewas aandraven. "Och, daar komt een wolf," zei de speelman, "daar heb ik nu helemaal geen behoefte aan." Maar de wolf kwam naderbij en zei tegen hem: "Hé, beste speelman, wat fiedel je mooi! Dat zou ik ook graag leren." - "Dat is gauw geleerd," antwoordde de speelman, "je moet alleen alles doen wat ik je zeg." - "O, speelman," zei de wolf, "ik zal je gehoorzamen als een leerling zijn meester." De speelman beval hem mee te gaan en toen zij een eind samen gelopen hadden kwamen zij bij een oude eikenboom die van binnen hol was en in het midden opengespleten. "Kijk eens hier," zei de speelman, "als je wilt leren fiedelen dan moet je je beide voorpoten in deze spleet steken." De wolf gehoorzaamde maar de speelman nam gauw een steen en klemde met één klap zijn beide poten zó stevig vast dat de wolf daar gevangen was. "Wacht daar maar tot ik terugkom," zei de speelman en ging zijns weegs.

Nogen tid efter tænkte han igen: "Det keder mig at gå her alene. Jeg vil se at få fat på en kammerat," og han begyndte igen at spille på sin violin. Et øjeblik efter så han en ræv komme luskende mellem træerne. "Åh, det er en ræv," tænkte han, "den har jeg rigtignok ikke længtes efter." Den kom nu hen til ham og sagde: "Hvor du spiller kønt. Bare jeg kunne lære det." - "Det er nemt nok," svarede spillemanden, "du skal bare gøre alt, hvad jeg siger." - "Jeg vil adlyde dig som lærlingen sin mester," svarede ræven. "Kom så med," sagde spillemanden, og da de havde gået lidt, kom de til en sti med højt krat på begge sider. "Giv mig så din venstre pote, hvis du vil lære noget," sagde spillemanden. Ræven gjorde det, og han bandt den nu fast til en gren på den ene side af vejen. "Giv mig så den højre," sagde han, og bandt den fast på den anden side. Og da han havde bundet det rigtig stramt, gav han slip, grenene for op, og der hang ræven og dinglede. "Vent der, til jeg kommer igen," sagde han og gik videre.
Na een tijdje zei hij weer bij zichzelf: "De tijd valt mij lang hier in het bos, ik moet zien een andere makker te krijgen." Hij nam zijn viool en fiedelde er weer op los. Het duurde niet lang, of daar kwam een vos tussen de bomen aansluipen. "Och, daar komt een vos," zei de speelman, "daar verlang ik nu helemaal niet naar." De vos kwam naar hem toe en zei: "Hé, beste speelman, wat fiedel jij mooi! Dat zou ik ook willen leren." - "Dat is gauw geleerd," zei de speelman, "dan moet je alleen alles doen wat ik je zeg." - "O, speelman," antwoordde de vos, "ik zal je gehoorzamen als een leerling zijn meester." - "Volg me dan," zei de speelman. Toen zij een eind gelopen hadden kwamen zij aan een pad met aan weerszijden hoge struiken. De speelman stond stil, boog aan de ene kant een hazelaarstruikje naar beneden en zette zijn voet erop. Daarna boog hij aan de andere kant nog een boompje om en zei: "Welaan vosje, als je iets wilt leren, geef me dan je linkervoorpoot." De vos gehoorzaamde en de speelman bond zijn poot aan het linkerstammetje vast. "Vosje," zei hij, "geef mij nu je rechterpoot," en hij bond die aan de rechterstam. Toen hij had nagekeken of de knopen goed vastzaten, liet hij los, de boompjes veerden omhoog en het vosje vloog naar boven zodat hij in de lucht hing te spartelen. "Wacht daar maar tot ik terugkom," zei de speelman en ging zijns weegs.

Nogen tid efter tænkte han igen: "Det bliver alligevel lidt kedeligt at gå her alene. Jeg vil se at få fat på en kammerat." Han tog atter sin violin og gav sig til at spille, og et øjeblik efter kom en hare springende. "Det var rigtignok ikke den, jeg mente," tænkte han. "Hvor du dog spiller dejligt," sagde haren, "bare jeg kunne lære det." - "Det er såmænd let nok," svarede spillemanden, "du skal bare gøre alt, hvad jeg siger til dig." - "Jeg vil adlyde dig som en lærling sin mester," sagde haren. De gik nu videre til de kom til en åben plads, bevokset med popler. Spillemanden bandt et stykke sejlgarn om halsen på haren og bandt den anden ende fast til et træ. "Løb nu tyve gange rundt om træet," sagde spillemanden. Haren gjorde det, men blev sådan viklet ind i snoren, at den ikke kunne komme løs igen, og når den trak i den, skar den den i halsen. "Vent der, til jeg kommer tilbage," sagde spillemanden og gik videre.
Wederom zei hij bij zichzelf: "De tijd valt mij lang hier in het bos, ik moet zien een andere makker te krijgen." Hij nam zijn viool en de muziek weerklonk door het bos. Daar kwam een haasje aanspringen. "Och, daar komt een haas," zei de speelman, "dat was mijn bedoeling niet." - "Hé, beste speelman," zei het haasje, "wat fiedel je mooi, dat zou ik ook graag leren." - "Dat is gauw geleerd," zei de speelman, "je moet alleen alles doen wat ik zeg." - "O, speelman," antwoordde het haasje, "ik zal je gehoorzamen als een leerling zijn meester." Zij liepen een eind samen tot zij aan een open plek in het bos kwamen waar een esp stond. De speelman bond het haasje een lang touw om zijn nek en het andere eind maakte hij met een knoop aan de boom vast. "Hopla, haasje, spring nu maar eens twintigmaal om de boom heen," riep de speelman en het haasje gehoorzaamde. Toen het twintigmaal om de boom heen gelopen was, was het touw ook twintigmaal om de stam gewikkeld en het haasje zat gevangen en het kon trekken en rukken wat het wilde, het touw sneed hem alleen maar in zijn zachte hals. "Wacht daar maar tot ik terugkom," zei de speelman en ging verder.

Imidlertid havde ulven arbejdet så længe, at den havde kunnet trække poterne ud af revnen, og den styrtede nu rasende af sted efter spillemanden, for at kaste sig over ham og flå ham. Da ræven så den, begyndte den at skrige af alle kræfter: "Kom og hjælp mig, broder ulv, spillemanden har narret mig." Ulven trak træerne ned, bed snorene over og løste ræven, og de løb nu begge to af sted for at hævne sig på spillemanden. De kom også forbi haren og befriede den, og gik nu alle tre på jagt efter deres fjende.
De wolf had intussen net zolang gerukt en getrokken en aan de steen gebeten tot hij zijn poten had losgewerkt en ze weer uit de spleet had getrokken. Ziedend van woede liep hij de speelman achterna om hem te verscheuren. Toen de vos hem zag hollen begon hij te jammeren en riep uit alle macht: "Help broer wolf, de speelman heeft mij bedrogen." De wolf trok de boompjes naar beneden, beet de touwen door en bevrijdde de vos die met hem meeging om zich op de speelman te wreken. Zij vonden ook het vastgebonden haasje dat zij eveneens verlosten en toen zochten zij gezamenlijk hun vijand op.

Spillemanden havde imidlertid endnu en gang ladet violinens toner klinge, og nu havde han mere held med sig. Musikken var trængt hen til en fattig brændehugger, og enten han ville eller ej, måtte han holde op med arbejdet og kom nu gående med øksen under armen. "Der kommer den rigtige," tænkte spillemanden, "det er et menneske og ikke vilde dyr, jeg har kaldt på." Han spillede nu så dejligt, at den stakkels mand blev helt betaget, og hans bryst svulmede af glæde. Mens han stod der og lyttede kom ulven, ræven og haren farende, og han kunne nok se, at de havde ondt i sinde. Da løftede han sin blinkende økse og stillede sig foran spillemanden, som om han ville sige: "Den, der vil gøre ham fortræd, får med mig at bestille." Dyrene blev bange og løb ind i skoven igen. Men spillemanden spillede endnu længe for manden til tak, inden han drog videre.
De speelman had op zijn weg opnieuw zijn viool laten klinken en deze keer had hij meer geluk. De tonen van de muziek werden gehoord door een arme houthakker die dadelijk, of hij wilde of niet, met werken ophield en met de bijl onder zijn arm naar hem toe kwam om naar de muziek te luisteren. "Eindelijk komt dan toch de ware makker," zei de speelman, "want ik zocht geen wilde dieren maar een mens." En hij begon zó mooi en liefelijk te spelen, dat de arme man er als betoverd bij stond en zijn hart opsprong van vreugde. En toen hij daar zo stond kwamen de wolf, de vos en het haasje aan en hij merkte wel dat zij iets in hun schild voerden. Toen hief hij zijn blinkende bijl op en ging voor de speelman staan als wilde hij zeggen: "Wee degene die hem aanraakt, die krijgt met mij te doen." Toen werden de dieren bang en liepen naar het bos terug. De speelman echter speelde als dank nog een wijsje voor de man en trok daarna verder.