De oude Hildebrand


O velho Hildebrand


Er was eens een boer met een boerin, en die boerin mocht de pastoor van 't dorp erg graag, en toen had hij eens erg graag gewild, eens een hele dag met de boerin alleen gezellig samen door te brengen en dat had de boerin ook best gevonden. Nou, toen zei hij eens op een keer tegen de boerin: "Lieve boerin, nu heb ik uitgedacht, hoe wij samen eens een hele dag echt prettig kunnen doorbrengen. Weet je wat, woensdag ga je op bed liggen, en je zegt tegen je man, datje ziek bent, en je klaagt en jammert maar flink, en dat blijf je volhouden tot zondag als ik preek, en zal ik preken dat ieder die thuis een ziek kind of een zieke man heeft, een zieke vrouw, een zieke vader, een zieke moeder, een zieke zuster, broer of wie dan ook van heel nabij, en wie dan een bedevaart maakt naar Gokkelenberg in Walenland, waar je voor een stuiver een zak vol laurierbladeren krijgt, dan is z'n ziek kind, z'n zieke man, z'n zieke vrouw, z'n zieke vader, z'n zieke moeder, z'n zieke zuster, broer of wie dan ook van heel nabij ziek is, op staande voet genezen.
"Dat zullen we doen," heeft de boerin gezegd. Nu, de eerstvolgende woensdag daarop is de boerin in bed gaan liggen en ze heeft geklaagd en gejammerd van heb ik jou daar, en haar man kwam met alles aandragen wat hij maar bedenken kon, maar 't hielp allemaal niets. Maar toen 't zondag was, zei de boerin: "Ik voel me zo ellendig of ik dood zou gaan, maar één ding zou ik vóór m'n eind nog willen, ik zou dolgraag de preek horen, die de pastoor vandaag gaat houden." - "Ach kind," zei de boer, "doe dat nou niet, je zou nog zieker worden als je opstond. Luister es, deze keer zal ik naar de mis gaan en goed luisteren naar de preek en dan zal ik je precies vertellen wat meneer pastoor gezegd heeft." - "Nou," zei de boerin toen, "doe dat dan maar en luister goed en vertel me alles, wat je gehoord hebt." Nou en toen is de boer naar de mis gegaan en toen is meneer pastoor begonnen met de preek en hij zei dat als iemand een ziek kind of een zieke man, een zieke vrouw, een zieke vader, een zieke moeder, een zieke zuster of broer of wie dan ook van de familie in huis had, en die zou een bedevaart maken naar Gokkelenberg in 't Walenland, waar een zak vol laurierbladeren maar een stuiver kost, voor die zal het zieke kind, de zieke man, de zieke vrouw, de zieke vader, de zieke moeder, de zieke zuster, of broer of wie anders op staande voet weer gezond worden, en wie de reis zou willen maken die kon na de mis bij hem komen, dan zou hij hem een zak geven voor de laurierbladeren en een stuiver toe. Niemand blijer dan de boer. Dadelijk na de mis ging hij meteen naar de pastoor toe en die gaf hem de zak en de stuiver toe. En daarop is hij naar huis gelopen en schreeuwde al bij de deur naar binnen: "Hoera, lieve vrouw, nu ben je haast weer beter! Meneer pastoor heeft vandaag een preek gehouden, dat, wie een ziek kind thuis had of een zieke man, een zieke vrouw, een zieke vader, een zieke moeder, een zieke zuster, broer of wie dan ook en die maakt een bedevaart naar Gokkelenberg in Walenland, waar een zak laurierbladeren maar een stuiver kost, die z'n zieke kind, z'n zieke man, z'n zieke vrouw, z'n zieke vader, z'n zieke moeder, z'n zieke zuster, z'n broer of wie dan ook van nabij in de familie ziek is, wordt op staande voet weer gezond; en hier heb ik al een zak gehaald voor de laurierbladeren en een stuiver toe en ik ga maar meteen op weg, want des te eerder ben je beter" en meteen is hij er vandoor gegaan. Maar pas was hij weg, of de boerin was al op en de pastoor was er ook al gauw. Intussen zullen we die twee maar laten en nu gaan we met de boer mee. Die is er met een flinke vaart op losgestevend, om des te gauwer op de Gokkelenberg te komen en terwijl hij zo aan 't stappen is, komt zijn peetvader hem tegen. Zijn peetvader, dat was een eierboer en die kwam net van de markt, waar hij zijn eieren verkocht had. "Geloofd zij God," zei de peetvader, "waar ga jij in zo'n draf naar toe, petekind?" - "In eeuwigheid amen," zei de boer, "mijn vrouw is ziek geworden, en nu hebben we vandaag een preek gehad van meneer pastoor, en toen heeft hij gepreekt dat als iemand bij zich thuis een ziek kind, een zieke man, een zieke vrouw, een zieke vader, een zieke moeder, een zieke zuster of broer of wie van de naasten dan ook had, en hij maakt een bedevaart naar Gokkelenberg in Walenland, waar een hele zak vol laurierbladeren maar een stuiver kost, dan wordt dat zieke kind, de zieke man, de zieke vrouw, de zieke vader, de zieke moeder, de zieke zuster, de broer of wie van de naasten ook, op staande voet weer gezond, en toen ben ik bij meneer pastoor een zak wezen halen voor laurierbladeren een stuiver op de koop toe en nou ben ik vandaag mijn bedevaart meteen begonnen." - "Maar best petekind," zei de peetvader, "ben je nou heus zo simpel, dat je zoiets gelooft? Weet je wat de zaak is? De pastoor zou je vrouw graag eens een hele dag voor zich alleen hebben, en nu hebben ze jou met een smoesje weggestuurd, zodat je van de vloer bent." - "Mijn tijd," zei de boer, "ik zou wel eens willen weten, of dat waar is." - "Nou," zei de peetoom, "weet je wat, ga in de eiermand zitten, dan draag ik je naar huis en dan kan je zelf zien." Nu, dat was afgesproken. En de boer heeft z'n petekind in de eiermand gezet, en peetvader droeg hem naar zijn huis. En toen ze daar aangekomen zijn, hola, toen was 't er al heel gezellig. De boerin had zowat alles wat er in huis en hof was, te voorschijn gehaald, en ze was aan 't bakken, en meneer pastoor was er al en had de viool meegebracht. En toen was peetvader juist aan de deur gaan kloppen, en de boerin vroeg wie of daar was. "Dat ben ik petekindje," had de peetvader gezegd, "wil jij me vannacht herbergen, ik heb m'n eieren op de markt niet kunnen verkopen, en nou moet ik ze weer naar huis slepen en ze zijn zo zwaar, ik kom niet meer zo ver en 't wordt al donker." - "Ja, hoor es peetvader," zei toen de boerin, "u komt eigenlijk erg ongelegen. Maar ja, als het niet anders kan, komt er dan maar in ga daar maar zitten op de bank achter de kachel." Dus heeft ze peetvader met zijn draagmand op de kachelbank laten zitten. Maar de pastoor en de boerin hadden veel plezier. Eindelijk begon de pastoor te zeggen: "Luister eens, lieve boerin, je kon immers altijd zo mooi zingen, zing eens wat." - "O," zei de boerin,,nu kan ik niet meer zingen, ja, in m'n jonge jaren, toen heb ik 't wel gekund; maar dat is nu voorbij." - "Kom," zei de pastoor, "zing eens wat, een klein liedje maar." Nou, toen begon de boerin te zingen:
"Ik zond mijn man naar verre kant:
op de Gokkelenberg in 't Waterland."
En toen viel de pastoor in:
"Ik wou hij bleef er 't hele jaar,
Al met zijn zak voor lauwerblaar'
Halleluja!"
Maar nu begon de peetvader mee te zingen (maar nu moet ik nog vertellen, dat die boer Hildebrand heette), dus hij zong:
"Och mijn lieve Hildebrand,
Wat doe jij op de kachelbank?
Halleluja!"
En toen viel de boer in, in de mand:
"Ik hou niet van dat zingen:
ik ga de mand uitspringen!"
En hij klom de mand uit en knuppelde de pastoor z'n huis uit.
Era uma vez viveu um camponês e sua esposa, e o pároco da aldeia tinha uma fantasia para a esposa, e tinha desejado um longo tempo para passar um dia inteiro feliz com ela. A mulher camponesa, também, estava muito disposto. Um dia, por isso, ele disse à mulher: "Ouça, meu querido amigo, eu já pensou em uma maneira pela qual podemos, por uma vez passar um dia inteiro juntos e felizes.
Eu vou te dizer o que; na quarta-feira, você deve levar para a cama, e informe o seu marido está doente, e se você só reclamar e agir corretamente estar doente, e continuar fazendo isso até domingo, quando eu tenho que pregar, então vou dizer em meu sermão que quem tem em casa uma criança doente, um marido doente, uma mulher doente, um pai doente, a mãe doente, um irmão doente ou qualquer que seja, e faz uma peregrinação ao monte Göckerli na Itália, onde você pode obter uma peck de louro-folhas para um kreuzer, 3 a criança doente, o marido doente, a esposa doente, o pai doente, ou a mãe doente, a irmã doente, ou qualquer que seja, será restaurado para a saúde imediatamente."
"Eu vou administrá-la," disse a mulher prontamente. Agora, pois, na quarta-feira, a camponesa levou para sua cama, e se queixou e lamentou tal como acordado, e seu marido fez tudo por ela que ele poderia pensar, mas nada fez-lhe qualquer bom, e quando chegou o domingo, a mulher disse, "Eu me sinto tão mal como se eu fosse morrer de uma vez, mas há uma coisa que gostaria de fazer antes de minha parte, gostaria de ouvir o sermão do pároco que ele está indo para pregar a-dia." Por que o camponês disse: "Ah, meu filho, não faça isso"
"tu poderias fazer-te pior se tu fosses para chegar até Olha, eu vou para o sermão, e vai atendê-la com muito cuidado, e vai contar. te tudo o pároco diz."
"Bem," disse a mulher, "vai, então, e prestar muita atenção, e repetir para mim tudo o que tu ouves." Assim, o camponês foi para o sermão, e o pároco começou a pregar e disse: se alguém tinha em casa uma criança doente, um marido doente, uma mulher doente, um pai doente a mãe doente, uma irmã doente, irmão ou qualquer um outra coisa, e faria um pilgimage ao morro Göckerli na Itália, onde um beijinho de louro-folhas custa kreuzer, a criança doente, marido doente, esposa doente, o pai doente, mãe doente, irmã doente, irmão, ou qualquer que ele poderia ser, seria restaurada para a saúde instantaneamente, e todo aquele que desejava empreender a viagem era para ir com ele depois que o culto terminou, e ele lhe daria o saco para os laurel-folhas ea kreuzer.
Então, ninguém foi mais do que o camponês se regozijaram, e após o serviço acabou, ele foi imediatamente para o pároco, que lhe deu a bolsa para os laurel-folhas ea kreuzer. Depois disso, ele foi para casa, e até mesmo na porta da casa, ele gritou: "querida esposa Hurrah! Agora é quase a mesma coisa que se tu fosses bem!
O pároco tem pregado a-dia que todo aquele que tinha em casa uma criança doente, um marido doente, uma mulher doente, um pai doente, a mãe doente, uma irmã doente, irmão ou quem quer que seja, e gostaria de fazer uma peregrinação ao monte Göckerli na Itália, onde um beijinho de louro-folhas custa kreuzer, a criança doente, marido doente, esposa doente, o pai doente, mãe doente, irmã doente, irmão, ou qualquer que ele estava, seria curada imediatamente, e agora eu já tenho o saco eo kreuzer do pároco, e vai em uma vez começar a minha jornada para que tu possas chegar bem mais rápido ," e por isso ele foi embora.
Ele foi, no entanto, dificilmente ido antes a mulher levantou-se, e o pároco estava lá diretamente.
Mas, agora, vamos deixar estes dois por um tempo, e siga o camponês, que andou rapidamente, sem parar, a fim de obter o mais cedo à colina Göckerli, e no seu caminho, ele conheceu sua fofoca. Sua fofoca era um comerciante de ovo, e estava vindo do mercado, onde ele tinha vendido os seus ovos. "Que vocês sejam abençoados," disse a fofoca, "onde você está fora de tão rápido?"
"Para toda a eternidade, meu amigo," disse o camponês, "minha esposa está doente, e eu tenho sido a-dia para ouvir o sermão do pároco, e ele pregou que, se qualquer um tinha em sua casa um filho doente, um marido doente, a esposa doente, um pai doente, uma mãe doente, uma irmã doente, irmão ou qualquer outra pessoa, e fez uma peregrinação ao monte Göckerli na Itália, onde um beijinho de louro-folhas custa kreuzer, a criança doente, o marido doente, a esposa doente, o pai doente, a mãe doente, a irmã doente, irmão ou qualquer que ele estava, seria curada imediatamente, e então eu tenho o saco para o louro-folhas ea kreuzer do pároco, e agora eu estou começando minha peregrinação."
"Mas escute, fofocas," disse o egg-comerciante para o camponês, "é você, então, estúpido o suficiente para acreditar que tal coisa como que Você não sabe o que significa O pároco quer passar um dia inteiro? sós com sua esposa em paz, para que ele lhe deu este trabalho a fazer para tirá-lo do caminho ."
"A minha palavra!" disse o camponês. "Como eu gostaria de saber se isso é verdade!"
"Venha, então," disse a fofoca: "Eu vou te dizer o que fazer entrar no meu ovo-basket e eu vou levá-lo para casa, e então você vai ver por si mesmo." Assim que foi liquidada, e as fofocas colocar o camponês em seu ovo-basket e levou-o para casa.
Quando chegaram à casa, hurra! mas tudo estava indo feliz lá! A mulher tinha já tinha quase tudo morto que estava no pátio, e tinha feito panquecas, e o pároco estava lá, e tinha trazido seu violino com ele. A fofoca bateu à porta, e uma mulher perguntou quem estava lá. "Sou eu, a fofoca," disse o egg-comerciante, "dê-me abrigo esta noite, eu não vendi meus ovos no mercado, então agora eu tenho que levá-los para casa novamente, e eles são tão pesadas que jamais ser capaz de fazê-lo, pois já está escuro."
"Na verdade, meu amigo," disse a mulher, "tu vires em um momento muito inconveniente para mim, mas como tu aqui não pode ser ajudado, entrar e tomar um banco lá no banco ao lado do fogão." Em seguida, ela colocou a fofoca ea cesta que ele carregava em suas costas no banco ao lado do fogão. O pároco, no entanto, ea mulher, eram tão feliz quanto possível. Por fim, o pároco disse: "Ouça, meu caro amigo, tu podes cantar lindamente;. Cantar algo para mim"
"Oh," disse a mulher, "eu não posso cantar agora, na minha juventude, na verdade eu poderia cantar bem o suficiente, mas que está tudo acabado agora."
"Venha," disse o pároco, mais uma vez, "não cantar algumas pequena canção." Por que a mulher começou e cantou,
"Eu enviei o meu marido longe de mim
Para o morro Göckerli na Itália."
Então, o pastor cantou,
"Eu queria que 'twas um ano antes de ele voltou,
Eu nunca pedir-lhe o saco laurel-folha.
Aleluia ."
Em seguida, a fofoca que estava no fundo começou a cantar (mas eu devo dizer-lhe que o camponês foi chamado Hildebrand), de modo a fofoca cantou,
"O que estás a fazer, meu caro Hildebrand,
Há no banco ao lado do fogão tão perto?
Aleluia ."
E então o camponês cantou de sua cesta,
"Tudo o que eu sempre canto odiarão a partir deste dia,
E aqui neste cesto já não vou ficar.
Aleluia ."
E ele saiu do cesto, e cudgelled o pároco para fora da casa.