はつかねずみと小鳥と腸づめの話


Van het muisje, het vogeltje en de braadworst


昔、ネズミと鳥とソーセージが仲間になり、一緒に所帯を持って、仲良く幸せに暮らし、財産も増えました。鳥の仕事は毎日森へ飛んで行き、木を持ち帰ることでした。ネズミは水を運び、火をたき、食卓を整えるのが仕事で、ソーセージは料理をしました。暮らしが豊か過ぎる人はとかく目新しいことをやってみたくなるものです。ある日、鳥は別の鳥に会い、自分の素晴らしい暮らしぶりを語り自慢しました。ところが、相手の鳥は言いました。「あんたはきつい仕事をうけもって、かわいそうなおばかさんね、家にいる二人は楽しいでしょうね、だってネズミは火をおこし、水を運んで、あとは食卓を整えるように呼ばれるまで自分の部屋に行って休んでいるわけよ。ソーセージは鍋のそばにいて食べ物がよく煮えるか見て、食事の時間に近くなったら、おかゆとか野菜の間を一、二回転げ回るだけでバターや塩味がついて、はい準備OK。あんたが家に帰り、重い荷物を下ろすと、三人は食卓に座り、食事が終わると次の朝までたっぷり眠る。それが素晴らしい暮らしってわけだ。」
次の日、鳥は、相手の鳥にそそのかされて、もう森にいく気がしなくなって、自分はもう長く召使の役をやって馬鹿にされてきた、一度役割を変えて、別のやり方をしなくてはいけない、と言いました。ネズミとソーセージはとても一生懸命頼みましたが、鳥は頑固に譲らず、そうしなくてはいけない、と言いました。
三人はくじ引きをし、木を運ぶのはソーセージに決まり、ネズミは料理人になり、鳥は水を汲むことになりました。どうなったでしょうか?ソーセージは森の方へでかけていき、鳥は火をおこし、ネズミは鍋のそばにいてソーセージが次の日に使う木を持って帰るのを一人で待ちました。しかし、ソーセージがいつまでもでかけたままなので、何か事故がおきたかと二人とも心配になり、鳥が迎えにちょっと飛んで行きました。ところがあまり行かないうちに道にいる犬に会いました。その犬は可哀そうなソーセージをかっこうの獲物だとして襲いかかり、つかまえ、食べていたのでした。
鳥は犬を盗人たけだけしいと責めましたが、何を言っても役にたちませんでした。というのは犬は、ソーセージに偽造の文字があった、それで命が没収されたのだ、と言ったからです。鳥は悲しく木をとって家に飛んで帰り、見て聞いたことを語りました。二人はとても悲しみましたが、できるだけのことをやって二人一緒にいようと決めました。
そこで、鳥が食卓を整えました。ネズミは食べ物を準備し、ソーセージがいつもやっていたように鍋に入って混ぜるために野菜の間を転がったり這い回ったりして味付けしようとしました。しかし、真ん中に入りこむことができませんでした。その前に皮も毛も命も失くしてしまったのです。鳥が食べ物を運び込もうとやってきたとき、料理人はいませんでした。困り果てて、鳥は木をあちこちに投げ、呼んだり探したりしましたが、料理人は見つかりませんでした。ばたばたして注意が足りなかったので、木に火が燃えうつり、大火事になりました。鳥は急いで水を汲みに行きましたが桶が井戸に落ち、鳥も一緒に落ちてしまい、抜け出すことができなくなって、そこで溺れて死んでしまいました。
Er waren eens een muisje, een vogeltje en een braadworst die met elkaar kennis hadden gemaakt; zij hadden een huishouden opgezet, lange tijd goed en plezierig in vrede met elkaar geleefd en zij waren in zeer goeden doen gekomen. De taak van het vogeltje was iedere dag naar het bos te vliegen om hout te halen. De muis moest water aandragen, het vuur aanmaken en de tafel dekken, maar de braadworst moest koken.
Wie het te goed gaat, haakt steeds naar nieuwe dingen! En zo kwam het vogeltje op een dag een andere vogel tegen aan wie hij vertelde hoe goed hij het had. Maar diezelfde vogel schold hem uit voor een sukkel die het zware werk deed terwijl die twee daar thuis het gemakkelijk hadden. Want wanneer de muis het vuur had aangemaakt en water had aangedragen dan ging zij in haar kamertje zitten rusten tot zij haar riepen om de tafel te dekken. Het worstje bleef bij honk en keek erop toe dat alles goed kookte en tegen etenstijd slingerde hij zich viermaal door de pap of de groente, dan was alles smeuïg, gezouten en op smaak afgemaakt. Als het vogeltje thuiskwam en zijn vrachtje aflegde dan gingen zij aan tafel en na de maaltijd sliepen zij als marmotten tot de volgende morgen en dat noem je dan een heerlijk leven.
Het vogeltje wilde door deze ophitserij de volgende dag niet meer naar het bos toe en zei dat hij lang genoeg knecht was geweest en om zo te zeggen Lamme Goedzak had moeten spelen, nu moesten zij de rollen maar eens omdraaien en het op een andere manier proberen. En hoewel de muis en ook de braadworst zich daar hevig tegen verzetten, had de vogel toch de overhand -zij moesten het erop wagen en zij lootten erom en het lot om hout aan te dragen viel op de braadworst, de muis werd kok en de vogel moest water halen.
En wat gebeurt er? Het braadworstje ging op weg naar het bos, de vogel maakte het vuur aan en de muis zette de pot op het vuur en toen wachtten zij alleen nog tot het braadworstje thuiskwam met hout voor de volgende dag. Maar het braadworstje bleef zo lang weg dat zij ongerust werden en het vogeltje vloog hem een eindje tegemoet. Maar niet ver van huis treft hij een hond langs de weg aan die het arme braadworstje als vogelvrije prooi had gevonden, het had gepakt en afgemaakt. Het vogeltje beschuldigde de hond heftig van duidelijke roof maar het hielp geen zier want, sprak de hond, hij had valse papieren op de braadworst gevonden en daarom behoorde diens leven hem toe.
Het vogeltje nam verdrietig het hout op, vloog naar huis en vertelde wat hij gezien en gehoord had. Zij waren erg bedroefd maar ze spraken af dat het 't beste was om bij elkaar te blijven. En zo dekte het vogeltje de tafel en de muis maakte het eten klaar en wilde net als het worstje in de stenen pot door de groente heen en weer slingeren om die smeuïg te maken, maar nog voor zij in het midden was kon zij niet verder en verging met huid en haar.
Toen het vogeltje het eten wilde opdienen was er geen kok te bekennen. Het vogeltje wierp geschrokken het hout dooreen, riep en zocht, maar het kon zijn kok niet meer vinden. Doordat het niet goed oplette sloeg het vuur in het hout zodat er brand ontstond; het vogeltje haastte zich water te halen maar toen ontglipte de emmer hem en viel in de put en met de emmer het vogeltje dat zich niet meer kon redden en daar verdronk.