De hazelaar

De hazelaar - Gebroeders Grimm


De hazelaar

Een sprookje van de gebroeders Grimm
Eens op een middag was het Kindeke Jezus in zijn wiegje gaan liggen en hij was ingeslapen; en toen kwam zijn moeder bij de wieg, keek hem vol geluk aan en sprak: "Ben je gaan slapen, kindje? Slaap zacht, ik zal ondertussen naar het bos gaan en een handvol aardbeien voor je zoeken; ik weet wel dat je het heerlijk zult vinden, als je wakker wordt."
Buiten in het bos vond zij een plek met de allermooiste aardbeien, maar toen ze zich bukte om er één te plukken, toen sprong er uit het gras een adder op. Zij schrok, ze liet de aardbeien staan en snelde weg. De adder schoot haar achterna, maar de Moeder God - dat kun je je wel voorstellen - wist wel raad. Ze verschool zich achter een hazelaarstruik en bleef daar staan, tot de adder weer in de grond gekropen was.
Toen ging ze weer aardbeien plukken, en toen ze weer de weg naar huis opging, zei ze: "Zoals de hazelaar ditmaal mijn beschermengel is geweest, zo zal ze het voortaan ook voor alle mensen zijn." Daarom is sinds oude tijden een groene hazelaartak de beste bescherming tegen adders, slangen en wat er verder op aarde kruipt.

*     *     *     *     *


Sprookje
Vergelijk twee talen: