ZH
VI
TR
RU
RO
PT
PL
NL
KO
JA
IT
HU
FR
FI
ES
EN
DE
DA
Sprookjes van Grimm
Alle sprookjes van de gebroeders Grimm
grimmstories.com
|
startpagina
Startpagina
De mooiste sprookjes
Lijst van sprookjes
Complete lijst
Alfabetische lijst
Willekeurig sprookje
Engels
Sprookjes van Andersen
Grimmstories.com
Translations in other languages are welcome
Please send them to
info@grimmstories.com
Andersenstories.com
Duimelijntje
H.C. Andersen →
De tondeldoos
H.C. Andersen →
De theepot
H.C. Andersen →
Sprookjes van Grimm: Sprookjes voor kind en gezin
Lijst van sprookjes (Pagina 1)
complete lijst
volgende pagina
1
2
3
4
5
6
7
001
De Kikkerkoning of IJzeren Hendrik
In oude tijden, toen wensen nog hielp, leefde er een koning wiens dochters allen mooi waren; maar de jongste was zo mooi dat de zon zelf, die toch zoveel gezien heeft, zich erover verbaasde iedere keer als hij haar gezicht bescheen. Vlak bij het slot van de koning lag een groot donker bos en in dat bos bevond zich onder een oude linde een bron.
Lees het sprookje →
002
Kat en muis samen thuis
Een kat had kennis gemaakt met een muis en haar zoveel voorgespiegeld over haar grote liefde en vriendschap, dat de muis er vriendelijk in toestemde, met haar samen in één huis te wonen en samen 't huishouden te doen. Maar voor de winter moeten we voorraad opdoen, anders lijden we honger, zei de kat.
Lees het sprookje →
003
Het kind van Maria
Aan de rand van een groot bos woonde een houthakker met zijn vrouw. Ze hadden maar één kind en dat was een meisje van drie jaar. Maar ze waren zó arm dat ze niet genoeg hadden voor hun dagelijks brood en niet wisten wat ze hun kind te eten moesten geven.
Lees het sprookje →
004
Van iemand die erop uittrok om het griezelen te leren
Een vader had twee zonen waarvan de oudste knap en verstandig was en zich overal wist aan te passen, de jongste echter was dom, begreep niets en kon niet leren. Als de mensen hem zagen zeiden zij: Daar zal die vader nog last mee krijgen! Als er iets te doen viel, dan moest de oudste het altijd opknappen.
Lees het sprookje →
005
De wolf en de zeven geitjes
Er was eens een oude geit die zeven jonge geitjes had en zij had ze lief zoals een moeder haar kinderen liefheeft. Op een dag wilde zij het bos ingaan om voedsel te halen: zij riep ze alle zeven bij elkaar en zei: Lieve kinderen, ik ga naar het bos, wees op je hoede voor de wolf; als hij binnen komt, dan eet hij jullie allen met huid en haar op.
Lees het sprookje →
006
De trouwe Johannes
Er was eens een oude koning, die ziek was geworden en dacht: dat kon wel eens een sterfbed worden, waar ik op lig. Toen vroeg hij: Laat de trouwe Johannes bij mij komen. De trouwe Johannes was zijn liefste dienaar en heette zo, omdat hij hem zijn leven lang trouw geweest was.
Lees het sprookje →
007
De goede ruil
Er was eens een boer, die zijn koe naar de markt gedreven had en haar voor zeven daalders had verkocht. Terug naar huis moest hij langs een vijver; en hij hoorde al uit de verte, hoe de kikkers riepen. Ak, ak, ak, ak. – Ja, zei hij bij zichzelf, die zeggen ook maar wat, zeven heb ik er betaald gekregen, geen acht.
Lees het sprookje →
008
De wonderlijke speelman
Er was eens een wonderlijke speelman die moederziel alleen door een bos liep en een beetje aan dit en een beetje aan dat liep te denken en toen er niets meer was om over na te denken, zei hij bij zichzelf: De tijd valt mij lang hier in het bos, ik moet zien een goede makker te krijgen. Toen nam hij zijn viool van zijn rug en fiedelde er op los dat het door het hele bos weerklonk.
Lees het sprookje →
009
De twaalf broers
Er waren eens een koning en een koningin, die heel tevreden met elkaar leefden en twaalf kinderen hadden; maar dat waren enkel jongens. Nu sprak de koning tot zijn vrouw: Als het dertiende kind dat komen zal, een meisje is, dan moeten de twaalf jongens sterven, zodat zij rijk wordt en het koninkrijk alleen zal erven.
Lees het sprookje →
010
Het gespuis
Het haantje zei tegen het hennetje: Nu is het herfst, nu zijn de noten rijp, nu moeten we samen de berg opgaan en ons buikje vol eten vóór de eekhoorn alles wegkaapt. - Ja, zei het hennetje, dat gaan we eens heerlijk doen! Zo gingen ze samen op weg, de berg op, en omdat het een mooie lichte dag was, bleven ze tot de avond.
Lees het sprookje →
011
Broertje en zusje
Broertje nam zijn zusje bij de hand en sprak: Sinds onze moeder dood is hebben wij geen goed ogenblik meer gekend; onze stiefmoeder geeft ons alle dagen slaag en als wij bij haar komen trapt zij ons het huis uit. De harde broodkorsten die overblijven zijn ons voedsel en het hondje onder de tafel heeft het nog beter, dat werpt ze dikwijls een lekker hapje toe.
Lees het sprookje →
012
Raponsje
Er waren eens een man en een vrouw, die al heel lang tevergeefs hadden gehoopt, dat zij een kind zouden krijgen; maar eindelijk leek het erop dat de lieve God hun wens toch zou vervullen. Nu hadden deze mensen aan de achterkant van hun huis een klein raam, waardoor je in een prachtige tuin kon kijken, die vol stond met prachtige bloemen en planten.
Lees het sprookje →
013
De drie mannetjes in het bos
Er was eens een man wiens vrouw stierf en een vrouw wier man stierf en de man had een dochter en de vrouw had ook een dochter. De meisjes kenden elkaar en gingen samen wandelen en kwamen daarna bij de vrouw thuis.
Lees het sprookje →
014
De drie spinsters
Er was eens een meisje. Ze was lui en wou niet spinnen. De moeder kon zeggen wat ze wilde, spinnen deed ze niet. Eindelijk werden toorn en ongeduld de moeder te machtig, ze schudde haar kind, gaf het slaag en ze begon te huilen.
Lees het sprookje →
015
Hans en Grietje
Aan de rand van een groot bos woonde eens een arme houthakker met zijn vrouw en twee kinderen. Het jongetje heette Hans en het meisje Grietje. Ze hadden maar heel weinig te eten, en eens, toen alles erg duur werd in het land, konden ze ook niet meer aan brood komen.
Lees het sprookje →
016
De drie slangenbladeren
Er was eens een arme man, en die kon zijn enige zoon niet meer genoeg te eten geven. Toen sprak de jongen: Vader, het is hier zo'n zorgelijk bestaan, en ik ben u maar tot last, laat mij nu liever de wereld ingaan om eens te zien of ik mijn brood niet kan verdienen. Toen gaf de vader hem zijn zegen en nam bedroefd afscheid. In die tijd was de koning van een naburig land in oorlog.
Lees het sprookje →
017
De witte slang
Het is nu al heel lang geleden dat er een koning leefde die in het hele land beroemd was om zijn wijsheid. Niets bleef hem onbekend en het leek wel of het nieuws van de meest verborgen dingen door de lucht naar hem toegedragen werd. Hij had echter één zonderlinge gewoonte. Iedere middag, als de tafel was afgeruimd en er niemand meer was, moest een vertrouwde dienaar nog één schotel binnenbrengen.
Lees het sprookje →
018
Strohalm, kooltje vuur en boontje
In een dorp woonde eens een arme oude vrouw, ze had een maaltje bonen bij elkaar en wilde ze koken. Ze maakte dus een vuur in de haard, en om het sneller te laten branden, stak ze het aan met een handvol stro. Toen ze de pot met bonen schudde, viel er ongemerkt één op de grond, hij kwam naast een strohalm terecht; en toen sprong nog een kooltje vuur uit de haard en kwam er vlakbij.
Lees het sprookje →
019
Van de visser en zijn vrouw
Er was eens een visser en z'n vrouw, die zo arm waren, dat ze alleen maar in een pot konden wonen, vlak aan zee. De visser ging elke dag hengelen; en dan hengelde hij en hengelde hij maar. Zo zat hij ook eens bij zijn hengel en keek steeds in 't blanke water, en hij keek en keek. Daar dook de dobber diep onder, en toen hij 'm ophaalde, had hij een grote bot.
Lees het sprookje →
020
Het dappere snijdertje (Zeven in één klap)
Op een mooie zomermorgen zat een snijdertje op zijn tafel voor het venster; hij was opgewekt en naaide dat het een aard had. Toen kwam een boerenvrouw de straat af en riep: Moes te koop! Moes te koop! Dat klonk het snijdertje heerlijk in de oren: hij stak zijn kleine hoofd uit het raam en riep: Kom maar boven vrouwtjelief, hier kun je je moes kwijt.
Lees het sprookje →
De mooiste sprookjes van Grimm
De mooiste sprookjes →
complete lijst
volgende pagina
1
2
3
4
5
6
7