ZH
VI
TR
RU
RO
PT
PL
NL
KO
JA
IT
HU
FR
FI
ES
EN
DE
DA
Sprookjes van Grimm
Alle sprookjes van de gebroeders Grimm
grimmstories.com
|
startpagina
Startpagina
De mooiste sprookjes
Lijst van sprookjes
Complete lijst
Alfabetische lijst
Willekeurig sprookje
Engels
Sprookjes van Andersen
Grimmstories.com
Translations in other languages are welcome
Please send them to
info@grimmstories.com
Andersenstories.com
De rode schoentjes
H.C. Andersen →
De kleine zeemeermin
H.C. Andersen →
De klok
H.C. Andersen →
Sprookjes van Grimm: Sprookjes voor kind en gezin
Lijst van sprookjes (Pagina 2)
vorige pagina
volgende pagina
1
2
3
4
5
6
7
021
Assepoester
Er was eens een rijk man. Zijn vrouw lag ziek; en toen zij haar einde voelde naderen, riep ze haar enig dochtertje bij zich en zei: Lieve kind, blijf vroom en goed, dan zal de lieve God je altijd helpen en ik zal van de hemel op je neerzien en bij je zijn. Daarop sloot zij haar ogen en stierf. Het meisje ging elke dag naar 't graf van haar moeder en schreide daar en zij bleef vroom en goed.
Lees het sprookje →
022
Het raadsel
Er was eens een prins, die zin kreeg om de wereld rond te zwerven, en hij nam niemand mee, behalve zijn trouwe dienaar. Op een dag kwam hij in een groot bos terecht, en toen de avond viel, kon hij geen onderdak vinden en wist niet waar hij de nacht moest doorbrengen. Opeens zag hij een meisje dat naar een klein huisje ging, en toen hij dichterbij kwam, zag hij, dat het meisje jong was en mooi.
Lees het sprookje →
023
Van het muisje, het vogeltje en de braadworst
Er waren eens een muisje, een vogeltje en een braadworst die met elkaar kennis hadden gemaakt; zij hadden een huishouden opgezet, lange tijd goed en plezierig in vrede met elkaar geleefd en zij waren in zeer goeden doen gekomen. De taak van het vogeltje was iedere dag naar het bos te vliegen om hout te halen.
Lees het sprookje →
024
Vrouw Holle
Er was eens een weduwe, die twee dochters had. De één was mooi en ijverig, de andere lelijk en lui. Maar ze hield van de lelijke en luie, die haar eigen dochter was, veel meer, en de andere moest alle werk doen en Assepoes in huis zijn. Het arme meisje moest elke dag op straat zitten bij de waterput en ze moest zoveel spinnen, dat het bloed haar uit de vingers sprong.
Lees het sprookje →
025
De zeven raven
Er was eens een man met zeven zonen en nog steeds geen dochtertje; hoe graag hij dat ook wilde hebben. Eindelijk gaf zijn vrouw hem weer de hoop op een kindje, en toen het ter wereld kwam, was het inderdaad een meisje. Grote vreugde, maar het kindje was teer en klein en omdat het zo zwak was, moest het snel gedoopt worden.
Lees het sprookje →
026
Roodkapje
Er was eens een lief klein meisje; iedereen die haar zag hield veel van haar, maar haar grootmoeder wel het allermeest, en die wist eenvoudig niet, wat ze het kind allemaal zou willen geven. Op een keer gaf ze haar een rood fluwelen mutsje, en omdat het haar zo goed stond en ze nooit meer iets anders droeg, werd ze voortaan enkel maar Roodkapje genoemd.
Lees het sprookje →
027
De Bremer stadsmuzikanten
Een man had een ezel, die al jaren lang onverdroten de zakken naar de molen had gedragen maar wiens krachten nu begonnen af te nemen, zodat hij steeds ongeschikter voor zijn werk werd. Toen dacht zijn meester erover hem maar weg te doen om hem niet langer in de kost te hebben; maar de ezel kreeg in de gaten, dat de wind in de verkeerde hoek zat, smeerde m en ging op weg naar Bremen.
Lees het sprookje →
028
Het zingende botje
Er was eens in een land een grote plaag; het was een wild zwijn dat bij de boeren de akkers omwoelde, het vee doodde en de mensen met zijn slagtanden het lichaam openreet. De koning loofde een grote beloning uit voor ieder die het land van deze plaag bevrijden zou, maar het dier was zó groot en zó sterk, dat niemand dicht in de buurt durfde te komen van het bos waar het zich ophield.
Lees het sprookje →
029
De duivel met de drie gouden haren
Er was eens een arme vrouw en die kreeg een zoontje, en daar hij met de helm geboren was, werd hem voorspeld, dat hij op zijn veertiende jaar de dochter van de koning tot vrouw zou krijgen. Nu gebeurde het, dat de koning kort daarop door het dorp kwam, en niemand wist dat het de koning was.
Lees het sprookje →
030
Luisje en Vlootje
Er waren eens een luisje en een vlootje. Ze hadden samen een huishoudinkje opgezet en brouwden bier in een eierschaal. Toen het bier kookte in de dop, viel het luisje er in en verbrandde. Daar begon het vlootje luid te schreien. En het kamerdeurtje zei: Maar vlootje, waarom huil je zo? – Omdat 't luisje verbrand is! Toen ging het deurtje piepen.
Lees het sprookje →
031
Het meisje zonder handen
Een molenaar was gaandeweg tot armoe vervallen. Hij had niets meer dan zijn molen en nog een grote appelboom die erachter stond. Op een keer was hij naar het bos gegaan om hout te halen. Daar trad een oude man op hem toe. Hij had hem nog nooit gezien. Hij zei: Wat sjouw je toch met dat hout; laat mij je tot een rijk man maken, wanneer je mij maar geeft, wat achter je molen staat.
Lees het sprookje →
032
Slimme Hans
Hans' moeder vraagt: Waar ga je naar toe, Hans? Hans antwoordt: Naar Grietje. Gebruik je verstand, Hans. Zal wel gaan moeder. Tjuus moeder. Tjuus, Hans. Hans komt bij Grietje. Dag, Grietje! Dag Hans! Heb je wat meegebracht? Niks, geef maar wat. Grietje geeft Hans een mooie speld. Hans zegt: Tjuus, Grietje. Tjuus, Hans.
Lees het sprookje →
033
De drie talen
In Zwitserland leefde eens een oude graaf. Hij had maar één zoon. Maar die was dom en kon niets leren. Toen zei de vader: Hoor eens, jongen. Ik kan niets in je hoofd krijgen; wat ik beginnen moet, ik weet het niet. Je moet weg van hier. Ik zal je bij een beroemde meester in de leer doen; die moet het maar proberen.
Lees het sprookje →
034
Knappe Elsje
Er was eens een man, die een dochter had, die knappe Elsje heette. Toen zij volwassen was geworden, zei de vader: Wij moeten haar uithuwelijken. - Ja, zei de moeder, als er maar iemand kwam, die haar wilde hebben. Eindelijk kwam er iemand van ver weg, die Hans heette en om haar hand vroeg; hij stelde echter de voorwaarde, dat knappe Elsje dan ook werkelijk pienter moest zijn.
Lees het sprookje →
035
De kleermaker in de hemel
Eens gebeurde het, dat, op een mooie dag, onze Lieve Heer een wandeling ging maken in de tuin van de hemel, en Hij nam alle apostelen en alle heiligen mee, zodat er niemand meer in de hemel overbleef dan de heilige Petrus. Onze Lieve Heer had hem bevolen om in die tussentijd niemand binnen te laten, dus stond Petrus bij de hemelpoort en hield wacht. Het duurde niet lang, of iemand kwam aankloppen.
Lees het sprookje →
036
Tafeltje dek je, ezeltje strek je en knuppel uit de zak
Vele jaren geleden was er eens een kleermaker, die drie zoons had en verder alleen een geit. Maar daar die geit hen allen tezamen met haar melk in leven hield, moest ze goed voer hebben en elke dag naar de wei worden gebracht. Dat deden de zoons dan ook om beurten. Eens bracht de oudste haar naar het kerkhof waar de mooiste planten stonden, hij liet haar daar weiden en rondspringen.
Lees het sprookje →
037
Duimedik
Er was eens een arme boer die 's avonds bij de haard zat en het vuur oppookte terwijl zijn vrouw zat te spinnen. Toen zei hij: Wat is het toch jammer dat we geen kinderen hebben! Het is zo stil bij ons, en bij andere mensen is het altijd druk en vrolijk.
Lees het sprookje →
038
De bruiloft van vrouw vos
EERSTE SPROOKJE Er was eens een oude vos, die negen staarten had. Hij dacht dat zijn vrouw hem bedroog en nu wilde hij haar eens op de proef stellen. Hij ging onder de bank liggen, hield zich doodstil, en deed of hij zo dood was als een pier. Mevrouw Vos ging naar haar kamer, sloot zich op, en haar meid, juffrouw Poes, zat bij de haard en kookte.
Lees het sprookje →
039
De kabouters
EERSTE SPROOKJE Er was eens een schoenmaker. Die was buiten zijn schuld zo arm geworden, dat hem tenslotte niets meer overbleef dan leer voor één enkel paar schoenen. Nu sneed hij 's avonds de schoenen, om ze de volgende morgen te naaien. En omdat hij een goed geweten had, ging hij rustig naar bed, bad tot God en sliep in.
Lees het sprookje →
040
De roverbruidegom
Er was eens een molenaar. Hij had een mooie dochter en toen ze groot geworden was, wenste hij, dat ze goed getrouwd zou zijn en verzorgd. Hij dacht: Als er een goede vrijer komt en hij vraag haar hand, dan zal ik haar aan hem geven.
Lees het sprookje →
De mooiste sprookjes van Grimm
De mooiste sprookjes →
vorige pagina
volgende pagina
1
2
3
4
5
6
7