ZH
VI
TR
RU
RO
PT
PL
NL
KO
JA
IT
HU
FR
FI
ES
EN
DE
DA
Sprookjes van Grimm
Alle sprookjes van de gebroeders Grimm
grimmstories.com
|
startpagina
Sprookjes van Grimm
De mooiste sprookjes
Lijst van sprookjes
Complete lijst
Alfabetische lijst
Willekeurig sprookje
Engels
Sprookjes van Andersen
Grimmstories.com
Translations in other languages are welcome
Please send them to
info@grimmstories.com
Andersenstories.com
Domme Hans
H.C. Andersen →
De wilde zwanen
H.C. Andersen →
De prinses op de erwt
H.C. Andersen →
Sprookjes van Grimm: Sprookjes voor kind en gezin
Lijst van sprookjes (Pagina 4)
vorige pagina
volgende pagina
1
2
3
4
5
6
7
061
Het boertje
Er was eens een dorp waarin alléén rijke boeren woonden, en maar één arme, en die noemden ze Boertje. Hij had niet eens een koe, en geld om er één te kopen nog minder: en hij en zijn vrouw hadden er zo graag één gehad.
Lees het sprookje →
062
De bijenkoningin
Twee koningszonen waren eens op avontuur uit. Ze kwamen temidden van woest levende mensen terecht, zodat ze helemaal niet meer thuis kwamen.
Lees het sprookje →
063
De drie veren
Er was eens een koning, die drie zoons had, en daar waren er twee van verstandig en helder van hoofd, maar de derde zei niet veel, was een beetje simpel en heette alleen maar de domkop. Toen de koning oud en zwak werd en aan zijn einde ging denken, wist hij niet wie van zijn zoons het rijk moest erven.
Lees het sprookje →
064
De gouden gans
Er was eens een man die drie zoons had, en de jongste van hen heette de domoor. En hij werd bespot en veracht en bij iedere gelegenheid achter gesteld. Eens op een keer ging de oudste naar het bos om hout te hakken; vóór hij weg ging, gaf zijn moeder hem nog een heerlijke eierkoek mee en een fles wijn, zodat hij geen honger en geen dorst zou hebben.
Lees het sprookje →
065
Bontepels
Er was eens een koning, en die had een vrouw met gouden haar. Ze was zo mooi, dat haar gelijke nergens te vinden was. Toen werd zij ziek en daar ze voelde, dat ze weldra sterven ging, riep ze de koning en zei: Als je na mijn dood weer trouwen wilt, neem dan geen vrouw die niet even mooi is, of die niet zulk gouden haar heeft. Dat moet je me beloven.
Lees het sprookje →
066
Hazekebruid
Er was eens een vrouw met 'n dochter, in 'n mooie tuin vol kool. Kwam een haasje an en at in de winter alle kool op. Zei de vrouw tegen de dochter: Ga in de tuin en jaag me dat haasje. Zei 't meiske tegen 't haasje: Koesj, koesj! haasje, je eet de kool op! Zei 't haasje: Kom, meiske, zet je op mijn hazenstaartje en kom naar mijn hazenhutje. Meiske zei nee.
Lees het sprookje →
067
De twaalf jagers
Er was eens een koningszoon, en hij had trouwplannen en zijn verloofde was hem zeer dierbaar. Eens zat hij heel gelukkig bij haar, toen het bericht kwam, dat zijn vader doodziek was en hem nog vóór zijn einde wilde zien. Hij zei tegen zijn meisje: Ik moet nu weg, maar ik geef je een ring als aandenken. Als ik koning ben, kom ik terug en haal je thuis.
Lees het sprookje →
068
De gauwdief en zijn meester
Jan wou z'n zoon een ambacht laten leren. Toen ging Jan naar de kerk en vroeg aan Onze Lieve Heer, wat Hem behagen zou. De koster stond juist achter het altaar en zei: Gauwdieven, gauwdieven. Toen ging Jan weer naar zijn zoon terug en zei, dat het gauwdieven moest wezen, dat had Onze Lieve Heer zelf gezegd. Nu gaat hij met z'n zoon naar een man die goed stelen kan.
Lees het sprookje →
069
Jorinde en Joringel
Er was eens een oud slot, middenin een groot, dicht bos. Daar woonde een oude vrouw in - heel alleen - en ze was een echte heks. Overdag liep ze rond als een kat of een nachtuil, maar 's avonds was ze weer een gewoon mens. Ze kon wild en vogels bij zich lokken, en die slachtte ze dan en kookte of braadde ze.
Lees het sprookje →
070
De drie gelukskinderen
Eens liet een vader zijn drie zoons bij zich komen. Hij gaf aan de oudste een haan, aan de tweede een zeis, aan de derde een kat. Ik ben al oud, zei hij, en mijn dood is nabij, daarom wilde ik jullie drieën voor mijn einde nog bezorgd weten. Geld heb ik niet, en wat ik jullie nu geef, schijnt van weinig waarde; maar het enige is: je moet het met verstand gebruiken.
Lees het sprookje →
071
Met z'n zessen de hele wereld door
Ooit toen de wereld nog open was voor ieder mens, leefde er eens een man, die heel goed was in allerlei kunsten. Hij diende in de oorlog en gedroeg zich zeer dapper en heldhaftig, maar toen de oorlog afgelopen was, kreeg hij ontslag en drie stuivers zakgeld voor onderweg.
Lees het sprookje →
072
De wolf en de mens
De vos vertelde eens aan de wolf, hoe sterk de mens wel was; geen dier kon hem weerstaan, en men moest een list gebruiken om zich tegenover hem staande te houden. Toen antwoordde de wolf: Als ik maar eens een mens te zien kreeg, ik zou toch op hem afstormen. - Daar kan ik je wel aan helpen, zei de vos. Kom morgen vroeg maar eens bij me, dan zal ik er je één laten zien.
Lees het sprookje →
073
De wolf en de vos
De wolf had de vos bij zich op bezoek. En wat de wolf wilde, moest de vos doen, want de vos was de zwakste, en de vos zou zijn heer graag kwijt zijn geweest. Nu gebeurde het eens, dat ze allebei door een bos liepen, en toen zei de wolf: Rooie vos, geef me wat te eten, anders eet ik jou op.
Lees het sprookje →
074
De vos en de moeder van zijn petekind
Mevrouw Wolf kreeg eens een jong wolfje en liet de vos tot peet nodigen. Hij is toch bijna van de familie, zei ze, hij heeft een behoorlijk verstand en veel handigheid, hij kan 't jongetje allerlei dingen leren en hem nog in de wereld voorthelpen.
Lees het sprookje →
075
De vos en de kat
Eens op een keer ontmoette de kat in het bos de heer Vos. En daar ze dacht: Hij is zo slim, heeft ervaring en heeft wat te zeggen in de wereld, sprak ze hem vriendelijk toe. Goedendag, lieve heer Vos, en hoe gaat het en hoe staat het? Hoe maakt u het in deze dure tijd? De vos, hoogmoedig, bekeek de kat van top tot teen en wist geruime tijd niet of hij eigenlijk wel antwoord zou geven.
Lees het sprookje →
076
De anjer
Er was eens een koningin, en onze Lieve Heer had haar gesloten, zodat zij geen kinderen kreeg. Nu ging ze elke morgen de tuin in en bad tot God, dat hij haar een zoon of een dochter mocht geven. Toen kwam er een engel uit de hemel en sprak: Wees welgemoed, u zult een zoon krijgen en wel één, die zich alles kan wensen wat hij op de wereld maar wil, en dan zal hij het krijgen.
Lees het sprookje →
077
Slimme Grietje
Er was eens een keukenmeid, en die heette Grietje. Ze droeg schoenen met rode hakken en als ze daarmee uitging, dan draaide ze zich om en om, was heel vrolijk en dacht: je bent toch een knap meisje.
Lees het sprookje →
078
De oude grootvader en zijn kleinzoon
Er was eens een stokoude man; zijn ogen waren troebel geworden, zijn oren doof, en zijn knieën knikten. Als hij aan tafel zat en zijn lepel nauwelijks kon vasthouden, morste hij de soep op het tafellaken en hij liet ook weer wat uit zijn mond lopen.
Lees het sprookje →
079
De waternimf
Een broertje en zusje speelden eens bij een bron, en terwijl ze zo speelden, plompten ze er allebei in. Beneden was een waternimf, en die zei: Nou heb ik jullie, nou kun je mooi voor me werken, en ze sleurde hen mee.
Lees het sprookje →
080
De dood van het hennetje
Eens op een keer gingen het hennetje en het haantje naar de notenberg, en ze spraken af, wie een noot vond, moest die met de ander delen. Nu vond het hennetje een grote, dikke noot, maar ze zei er niks van en wilde die alleen opeten. Maar de noot was zo dik, dat ze die niet door kon slikken en zij in haar hals bleef steken, en ze werd bang dat ze zou stikken.
Lees het sprookje →
De mooiste sprookjes van Grimm
De mooiste sprookjes →
vorige pagina
volgende pagina
1
2
3
4
5
6
7