De vos en de kat

De vos en de kat - Gebroeders Grimm


De vos en de kat

Een sprookje van de gebroeders Grimm
Eens op een keer ontmoette de kat in het bos de heer Vos. En daar ze dacht: "Hij is zo slim, heeft ervaring en heeft wat te zeggen in de wereld," sprak ze hem vriendelijk toe. "Goedendag, lieve heer Vos, en hoe gaat het en hoe staat het? Hoe maakt u het in deze dure tijd?"
De vos, hoogmoedig, bekeek de kat van top tot teen en wist geruime tijd niet of hij eigenlijk wel antwoord zou geven. Eindelijk zei hij: "Jij armzalige snorrenwasser, jij bontgevlekte zot, jij hongerlijder en muizenjager, wat bezielt je? Durf je te vragen hoe ik het maak? Wat heb je eigenlijk geleerd? Hoeveel kunsten ken je?" - "Ik kan er maar één," antwoordde de poes bescheiden. "Wat is dat dan voor een kunst?" vroeg de vos. "Als de honden achter me aanzitten, dan kan ik een boom in en mezelf redden." - "Is dat alles?" zei de vos, "ik ben honderd kunsten meester en ik heb bovendien nog een zak vol listen. Ik heb met je te doen; kom maar mee, ik zal je eens leren, hoe je de honden ontloopt."
Daar kwam een jager aan met vier honden. De kat sprong behendig in een boom, tot in 't topje, waar takken en bladeren haar geheel verborgen. "Doe de zak om, doe de zak om!" riep de kat nog, maar de honden hadden de vos al gegrepen en beten zich vast. "Zeg eens Vos!" riep de kat, "nu blijf je met je honderd kunsten steken. Als je de boom in had gekund zoals ik, dan was het niet om je leven gegaan!"

*     *     *     *     *


Sprookje
Vergelijk twee talen: