De mooiste sprookjes van Grimm
Gebroeders Grimm (Pagina 2)
32De zes dienaren
Vele jaren geleden leefde er eens een oude koningin, en dat was een tovenares; maar haar dochter was het mooiste meisje onder de zon. Maar het oude mens dacht nergens anders aan, dan hoe ze de mensen in hun verderf kon lokken, en als er een vrijer kwam opdagen, dan zei ze: wie haar dochter wilde hebben, moest eerst een raadsel oplossen, of hij moest sterven. Velen werden verblind door de schoonheid van het meisje en ze waagden de kans, maar ze konden het nooit oplossen, wat de oude vrouw hun voorlegde, en dan bestond er geen genade: ze moesten knielen, en dan werd hun 't hoofd afgeslagen. Nu wLees het sprookje → 38Het water des levens
Er was eens een koning en die werd zo ziek, dat niemand dacht, dat hij er het leven nog af bracht. Maar hij had drie zonen, en die waren er heel bedroefd over, ze gingen naar de tuin van 't kasteel en huilden. Daar kwamen ze een oude man tegen en die vroeg naar de oorzaak van hun verdriet. Ze vertelden hem, dat hun vader zo ziek was, dat hij wel zou sterven, want niets hielp hem. Toen zei de oude: Dan weet ik nog één middel, en dat is het levenswater; drinkt hij daarvan, dan wordt hij weer gezond, maar het is moeilijk te vinden. De oudste zei: Ik zal het wel vinden, en hij ging naar de zieke kLees het sprookje → 40De jonge reus
Een boer had eens een zoon, en die was zo groot als je duim; en hij werd niet groter en groeide in ettelijke jaren geen haar. Eens op een keer wou de boer naar 't veld gaan om te ploegen, en toen zei de kleine: Vader, ik wou mee uit. Wou je mee uit? zei de vader, blijf jij maar hier; daar dien je toch nergens toe, ik zou je nog kunnen verliezen. Toen be- gon Duimpje te huilen, en om er dan maar af te zijn, stak z'n vader hem in zijn zak, en nam hem mee. Buiten gekomen haalde hij hem weer voor de dag, en zette hem in een verse voor. Toen hij daar zo zat, kwam er over de berg een grote reus aanlLees het sprookje → 41De wolf en de vos
De wolf had de vos bij zich op bezoek. En wat de wolf wilde, moest de vos doen, want de vos was de zwakste, en de vos zou zijn heer graag kwijt zijn geweest. Nu gebeurde het eens, dat ze allebei door een bos liepen, en toen zei de wolf: Rooie vos, geef me wat te eten, anders eet ik jou op. Toen antwoordde de vos: Ik weet een boerderij, daar zijn een paar jonge lammetjes, als je er zin in hebt, dan zullen we er wel eentje halen. Dat vond de wolf goed. Ze gingen erheen, en de vos stal het lammetje, bracht het de wolf, en maakte zich uit de voeten. De wolf verschalkte het, maar hij was nog niet vLees het sprookje → 42Bontepels
Er was eens een koning, en die had een vrouw met gouden haar. Ze was zo mooi, dat haar gelijke nergens te vinden was. Toen werd zij ziek en daar ze voelde, dat ze weldra sterven ging, riep ze de koning en zei: Als je na mijn dood weer trouwen wilt, neem dan geen vrouw die niet even mooi is, of die niet zulk gouden haar heeft. Dat moet je me beloven. De koning beloofde haar dat; zij sloot haar ogen, en stierf. Lang was de koning ontroostbaar; hij dacht er niet aan, weer een vrouw te nemen. Eindelijk zeiden de raadslieden: Het gaat niet anders, de koning moet weer trouwen, want we moeten een konLees het sprookje → 43De gouden sleutel
Het gebeurde in de winter, en er lag een dikke sneeuwlaag. Een arme jongen moest hout halen op een slee. Toen hij het bij elkaar had gezocht en opgeladen had, wilde hij, omdat hij steenkoud was geworden, niet dadelijk naar huis gaan, maar eerst een vuurtje aanmaken om zich te warmen. Hij veegde de sneeuw weg, en toen hij een plek grond tot op de aarde schoon had, vond hij een klein, gouden sleuteltje. Nu dacht hij, waar de sleutel was moest ook het sleutelgat zijn, en hij groef nog verder in de grond en daar vond hij een ijzeren kistje. Als die sleutel nu maar past! dacht hij, er zitten vast kLees het sprookje → 44De drie talen
In Zwitserland leefde eens een oude graaf. Hij had maar één zoon. Maar die was dom en kon niets leren. Toen zei de vader: Hoor eens, jongen. Ik kan niets in je hoofd krijgen; wat ik beginnen moet, ik weet het niet. Je moet weg van hier. Ik zal je bij een beroemde meester in de leer doen; die moet het maar proberen. De jongen werd naar een vreemde stad gestuurd, en bleef bij de meester een vol jaar lang. Na die tijd kwam hij weer naar huis, en de vader vroeg: Nu, mijn zoon, wat heb je nu geleerd? Vader, ik heb geleerd, wat de honden blaffen, antwoordde hij. De Here erbarme ons, riep de vader uiLees het sprookje → 45Het raadsel
Er was eens een prins, die zin kreeg om de wereld rond te zwerven, en hij nam niemand mee, behalve zijn trouwe dienaar. Op een dag kwam hij in een groot bos terecht, en toen de avond viel, kon hij geen onderdak vinden en wist niet waar hij de nacht moest doorbrengen. Opeens zag hij een meisje dat naar een klein huisje ging, en toen hij dichterbij kwam, zag hij, dat het meisje jong was en mooi. Hij sprak haar aan en zei: Lieve kind, kan ik met mijn dienaar voor de nacht onderkomen vinden in dat huisje? - Jawel, zei het meisje met treurige stem, het kan wel, maar aanraden kan ik het niet, ga daaLees het sprookje → 50De broodkruimels op tafel
De haan heeft eens tegen zijn kippetjes gezegd: Komen jullie allemaal de kamer in, de kamer in, de kamer in, broodkruimels pikken op de tafel, op tafel, op tafel; want de vrouw is uit, op visite. Toen zeiden de kippetjes: Nee nee nee, kommen niet, kommen niet, weet je de vrouw is altijd zo boos, altijd zo boos, altijd zo boos! En dan zegt de haan weer: Ze weet er immers niks van, kom toch hier! kom toch hier! kom toch hier! Ze gunt jullie ook nooit niks. Maar de hennetjes riepen: Nee nee nee, ze is uit en voorbij, uit en voorbij, uit en voorbij, we gaan d'r niet op, gaan d'r niet op, gaan d'rLees het sprookje →